Porpora (Nicola), een verdienstelijk Italiaansch componist en zangmeester, geboren den 19den Augustus 1685 te Napels, ontving aldaar zijne opleiding onder Scarlatti en bragt na 1717 onderscheidene van zijne opera's te Venetië, Rome en Weenen ten gehoore, waar ze wegens hare liefelijke melodieën met bijval werden ontvangen. In 1729 ging hij als Koninklijk kapélmeester naar Dresden, doch keerde reeds in 1731 naar Napels terug, waar hij de wereldberoemde zangschool stichtte, in welke de vermaardste zangers der 18de eeuw, zooals Farinelli, Caffarelli, Salimbeni, Uberti, Gabrieli enz., hunne opleiding ontvingen. In 1732 begaf zich Porpora met zijn meestgeliefden leerling Farinelli naar Londen, waar hij met het beheer der opera belast werd en tot 1736 vertoefde. Zijne studiën voor zang en zijne 12 cantaten voor ééne stem zijn inderdaad meesterstukken.
Sedert 1754 was hij als zangonderwijzer eerst werkzaam te Weenen, waar hij aan Jos. Haydn onderrigt gaf in de compositie, vervolgens te Venetië en eindelijk weder in zijne geboortestad. Hij overleed aldaar in 1767, niet minder dan 50 opera’s nalatende, alsmede 12 sonaten voor viool, enz.