Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Pompadour

betekenis & definitie

Pompadour (Jeanne Antoinette Poisson, markiezin de), minnares van koning Lodewijk XV van Frankrijk, werd geboren te Parijs den 29sten December 1720 en was de dochter van zekeren Poisson, vleeschleverancier van het Koninklijke leger of liever van den minnaar van mevrouw Poisson, namelijk van den pachter-generaal Lenormand de Tournehem. Wegens hare schoonheid, hare benijdenswaardige gaven en hare bedrevenheid in de muziek en schilderkunst zag zij zich ten huwelijk gevraagd door een neef van laatstgenoemde, door den onderpachter Lenormand d’Estioles (1741), werd zijne gemalin, maar zocht, door eerzucht gedreven, de toegenegenheid te winnen van den Koning, 't geen haar zoo goed gelukte, dat zij in 1745 verlof ontving om aan het Hof te verschijnen. Haar gemaal, aan wien zij reeds eene dochter geschonken had, werd uit Parijs verwijderd, maar vervolgens tot pachter-generaal der financiën en toen der posterijen benoemd. Weldra ontving zij den titel van markiezin de Pompadour en bezigde aanvankelijk al haren invloed tot het beschermen van geleerden en kunstenaars, terwijl zij zich later ook met staatszaken bemoeide.

In hare prachtige woning vergaderden de ministers, om over gewigtige aangelegenheden te beraadslagen, en hare raadgevingen waren daarbij van groot gewigt. Zij schonk de voordeeligste ambten vaak aan onwaardige gunstelingen en verhief haren broeder tot markies de Marigny en tot opzigter der openbare gebouwen. Zij was de oorzaak dat Frankrijk partij koos tegen Frederik de Groote, daar zij door de Oostenrijksche alliantie haar gezag vermeerderen en door een roemrijken oorlog den Koning aan zich verbinden wilde. Niettemin benadeelde zij zelve door de verwijdering van den maarschalk d'Estrées den wapenroem der Franschen. Ook zorgde zij, dat de cardinaal Sernis, die den Koning tot het sluiten van den vrede zocht over te halen, zijne portefeuille moest afstaan aan Choiseul. De rampspoedige afloop van den oorlog tegen Pruissen, door haar berokkend, en de grenzenlooze verkwisting, waaraan Lodewijk XV door haar toedoen zich overgaf, haalden haar den haat van het volk op den hals. Na eene vruchtelooze inspanning, om den Koning bezig te houden en alle mededingsters te verwijderen, overleed zij den 15den April 1764, nadat ’s Vorsten vroegere gunst reeds lang voor onverschilligheid had plaats gemaakt.