Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Polytrichum

betekenis & definitie

Polytrichum L. (vrouwenhaar) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Bladmossen. Het onderscheidt zich door eindelingsche vruchtstelen, door eene met een vlies geslotene zaaddoos, aan den rand met 32 of 64 tanden bezet en door eene huik met benedenwaarts hangende, glinsterende haren. Van de 13 soorten van dit geslacht komen 6 in Europa voor. P. commune L. (groot-vrouwenhaar), het grootste inlandsche mos, heeft een stengel ter hoogte van 16 tot 32 Ned. duim, platte, afstaande, gezaagde bladeren en eene regelmatige, vierkante zaaddoos.

Men vindt dit mos in vochtige wouden en op veenachtige gronden. Te voren behoorde het onder den naam van Serla adianii aurei tot de geneeskrachtige kruiden, terwijl het als een middel tegen hekserij werd beschouwd. Van de stijve, taaije stengels maakt men borstels. Kleinere soorten, zooals P. piliferum Schreb. en P. juniperinum Sedw., groepen op den zandgrond.

< >