Platow (Matwei Iwanowitsj, graaf) een vermaard hetman der Kozakken, geboren den 17den Augustus 1757 te Azow aan de Don, trad reeds vroeg in dienst in het Russische leger en nam deel aan den Turkschen veldtogt van 1770 en 1771. In 1782—1783 diende hij onder Soewarow aan de Koeban en in de Krim, onderscheidde zich in 1788 bij de verovering van Otsjakow, in 1789 vóór Akjerman en Bender, in 1790 vóór Ismaïl en zag zich in 1801 benoemd tot hetman van het geheele leger aan de Don. In die betrekking bouwde hij Nowo-Tsjerkask, streed in 1805—1807 tegen de Franschen, maakte in 1809 zich meester van de stad Hirsowa en werkte niet weinig mede tot de overwinningen bij Rassewat en Tatariza. Gedurende den veldtogt van 1812 voerde hij bevel over 20 regimenten Donsche Kozakken, 2 regimenten jagers en 2 rijdende batterijen, die steeds de vóór- en achterhoede der Russen vormden.
Den 10denJulij bragt hij daarmede bij de vlekken Mir en Romanowo den Koning van Westfalen aan het wijken en vervolgde den vijand van Moskou af tot over de grenzen van Rusland, waarbij hij zich meester maakte van de steden Marienwerder, Mariënburg, Dirschau en Elbing, generaal Lefebvre den 28sten Mei 1813 bij Altenburg eene nederlaag toebragt en na den Volkerenslag bij Leipzig de Franschen tot aan de Rijn nazette. In Frankrijk behaalde hij de overwinning bij Laon, nam Nemours stormenderhand in, bezette Arcis en Versailles en trok met de Verbondene Mogendheden binnen Parijs. Hij was in 1812 in den gravenstand opgenomen, en overleed den 15den Januarij 1818.