Plastiek noemt men het nabootsen der voorwerpen in ligchamelijke vormen. zij omvat alzoo de beeldhouwkunst (met het modelleren), de beeldsnijkunst en het metaalgieten. Men raadplege de artikelen onder die woorden. — Men spreekt voorts op het gebied der operatieve heelkunde van rhino-, blepharo- en cheiloplastiek, namelijk van eene kunstbewerking, waardoor men den neus, de oogleden en de lippen herstelt door ze met losgemaakte, aangrenzende, levende huidlappen te bedekken. De rhinoplastiek was reeds in ouden tijd in Indië bekend.
In het midden der 15de eeuw werd die operatie verrigt op Sicilië door Tagliacozzi. Nadat zij voorts geruimen tijd in vergetelheid was geraakt, werd zij in 1814 in Engeland door Carpue en in Duitschland in 1816 door Gräfe toegepast. Vooral echter hebben zich in Duitschland Dieffenbach, Langenbeck en Simon en in Frankrijk Delpech, Dupuytren, Lisfranc en Velpeau jegens de heelkundige plastiek verdienstelijk gemaakt.
