Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Pirus

betekenis & definitie

Pirus L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie de Pomaceën.

Het omvat boomen of heesters met enkelvoudige, gezaagde bladeren, vrij groote bloemen en appelvormige vruchten met vlies- of pergamentachtige klokhuizen. Het omvat de groepen der appelboomen (Malus) Tourn.), pereboomen (Pirophorum Med.) en kweeboomen (Cydonia Tourn.).

Van Pirus communis L., die in het zuiden van ons werelddeel in het wild gevonden wordt en waarschijnlijk uit China afkomstig is, stammen de verscheidenheden af, wier aantal thans op 700 wordt geschat. In wilden staat is die plant doornig en meestal heesterachtig, maar de gekweekte pereboomen hebben doorgaans eene hooggewelfde kruin, onbehaarde bladeren, en tot enkelvoudige tuilen vereenigde witte bloemen. Van de verscheidenheden, die in ons Vaderland groeijen, vermelden wij de dirkjes- en suikerperen, de jutten, de bergamotten, de kalabas- en de rietperen. Van deze, veelal sappige en aangenaam smakende vruchten wordt op vele plaatsen perewijn bereid. Het hout van den boom is een voortreffelijk werkhout voor meubelmakers.

< >