Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Phtalzuur

betekenis & definitie

Phtalzuur (C8H604) ontstaat door de werking van salpeterzuur op naphthaline, alizarine en purpurine en bij de werking van bruinsteen en zwavelzuur op benzol en benzoëzuur. Het vormt witte plaatjes, lost moeijelijk op in koud, gemakkelijk in warm water, alkohol en aether, smelt bij 175° C. en wordt bij aanzienlijke verwarming ontleed in water en phtalzuur-anhydride (CsH403), welke in lange, zijdeglanzige naalden sublimeert en, met water gekookt, weder in phtalzuur verandert. Verwarmt men dit laatste met bijtenden kalk, dan ontstaan koolzuur en benzoëzuur calcium, en hierop berust de bereiding van benzoëzuur en naphtaline. Men kan benzoëzuur ook verkrijgen, wanneer men phtalzuur omzet in phtalimide, deze door destillatie met kalk in benzonitriel, en dit laatste, door het met natronloog te koken, in benzoëzuur natrium.

Phtalzure anhydride geeft met phenolen óf gekleurde, in kali oplosbare phtaleïne óf indifferente, kleurlooze phtaline, welke met verfstoffen uit hout overeenkomen. Met phenol levert phtalzure anhydride eene in kaliloog met eene prachtige fuchsinekleur oplossende phtaleïne, en bij krachtiger werking ontstaat oxyanthrachinon. Ook door andere verbindingen levert het phtalzuur fraaije verfstoffen.

< >