Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Purpurine

betekenis & definitie

Purpurine (C14H805) of rubiacine, eene verwstof van meekrap, bevindt zich in den verschen wortel van dit gewas als glycoside, hetwelk door de werking van giststoffen in suiker en purpurine wordt ontleed, terwijl in oude wortels de ontleding reeds heeft plaats gehad. Door alizarine te verwarmen met bruinsteen en zwavelzuur tot 140° C. gaat zij over in purpurine. Deze vormt lange, roode, watervrije of fijne, weeke, oranjekleurige naalden met 5°/0 water, lost op in kokend water en alkohol, nog gemakkelijker in aether,met eene kersroode kleur in aluin en met eene purperroode kleur in alkaliën. Zij smelt bij ruim 100° C. en wordt vlugtig bij ruim 200° C. onder gedeeltelijke ontleding, en vormt met alkaliën zeer oplosbare, in droogen toestand zwarte, met alkalische aarden, aarden en metaaloxyden onoplosbare verbindingen.

Het aluinaardelak is zuiver rood, — dat van ijzer zwart of paars. Bij 210—220° C. geeft purpurine in gesloten vaten alizarine, met verdund zwavelzuur bij koking zuring- en phtal-zuur, met zinkstof bij verwarming anthraceen. Purpurine verwt, na het bezigen van aluin als bijtmiddel, katoen donkerrood of bruinrood, met olie als bijtmiddel bruinrood, en in dit laatste geval geeft zeep een vurig Turksch rood. Purpurine verhoogt het kleurend vermogen van alizarine, en in kunstmatig bereide alizarine heeft men anthrapurpurine (C14H805).

< >