Phocaea, eene Atheensche volkplanting in Ionië, op eene landtong tusschen de Golf van Elaïs en die van Smyrna, bezat 2 havens en vóór deze verrees een klein met paleizen en tempels bebouwd eiland. De Phocaeërs waren van de Grieken de eersten, die verre zeetogten ondernamen. Toen de stad onder Hárpagus door de Perzen belegerd werd, verlieten de Phocaeërs gezamenlijk het land en vestigden zich op Corsica, alwaar zij Alalia of Aleria stichtten; een gedeelte van hen keerde echter weldra naar het vaderland terug.
In den tijd der Romeinen koos Phocaea de zijde van Antiochus III van Syrië en werd om die reden door de Romeinen veroverd en geplunderd, doch de stad bestond nog in de laatste dagen van het Keizerrijk. Hare bouwvallen dragen den naam van Oud-Fokia. Marseille werd door de Phocaeërs gesticht.