Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Petermann

betekenis & definitie

Petermann. Onder dezen naam vermelden wij:

Julius Heinrich Petermann, een verdienstelijk beoefenaar der Oostersche talen. Hij werd geboren te Glauchau den 12den Augustus 1801, zag zich benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de Oostersche talen te Berlijn, werd er lid der Académie, volbragt in 1852—1855 uitgestrekte reizen in Klein-Azië en Perzië, was van 1867 tot 1868 Noord-Duitsch consul te Jerusalem, en overleed den lOdenJunij 1876 te Bad Nauheim. Van zijne geschriften vermelden wij: „Grammatica linguae Armeniacae (1837)”, — „Porta linguarum orientalium (2de druk, 1864— 1872, 5 dln)”, — en „Reise in den Oriënt (1860—1861, 2 dln)”.

Augustus Petermann, een uitstekend aardrijkskundige, geboren te Bleicherode bij Nordhausen den 18den April 1822. Hij bezocht de geograpische school te Potsdam, waar hij o. a. de kaart ontwierp voor het Werk van von Humboldt over Centraal-Azië, werd in 1845 naar Edinburgh geroepen, om er mede te werken aan eene Engelsche uitgave van den „Physikalischen Atlas” van Berghaus, en vertrok in 1847 naar Londen, waar hij de aardrijkskundige berigten schreef voor het „Athenaeum”. Met belangstelling vestigde hij het oog op de reizen van Barth, Overweg en Vogel in Afrika, alsmede op de noordpooltogten ter opsporing van Franklin. Behalve een groot aantal kaarten, die hij te Londen teekende, gaf hij er met Thomas Milner een „Atlas of physical geography” en een „Account of the expedition to Central Africa (1855)” in het licht, en in de nieuwe uitgave der „Encyclopedia Britannica” leverde hij uitmuntende aardrijkskundige artikels. Sedert 1854 is hij directeur van het Geographisch Instituut van Justus Perthes en redacteur der belangrijke en algemeen bekende „Mittheilungen”. Met onvermoeiden ijver bevorderde hij de uitbreiding der geographische wetenschap en vooral het onderzoek der binnenlanden van Afrika. Niet alleen ondersteunde hij de expeditie van Heuglin en Munzinger, maar ook die van Moritz von Beurmann naar den Soedan. Toen vervolgens Rohlfs zijne gevaarlijke togten in Marokko volbragt, moedigde Petermann hem aan om naar het Tsadmeer te reizen.

Voor de reisbeschrijving van dezen, alsmede voor die van Barth heeft Petermann de kaarten geleverd, en hij bezorgde geld voor de merkwaardige nasporingen van Karl Mauch in het zuiden van Afrika. Ook de namen van Schweinfurth en Nachtigal zijn onafscheidelijk met dien van Petermann verbonden. Daarenboven heeft hij verbazend veel gedaan voor het onderzoek van de noordpool, en men kan verzekeren, dat alle natiën daarbij den raad van Petermann inwinnen. In 1876 ondersteunde hij met raad en daad onderscheidene noordpoolexpeditiën, welke in 1877 en 1878 zouden ondernomen worden. Hij leverde beste kaarten van het noordpoolgewest. De groote atlas van Stieler is aan zijne medewerking onbedenkelijk veel verschuldigd, en hij vervaardigde in 1875 eene voortreffelijke kaart van de Vereenigde Staten. Zijne merkwaardige opstellen zijn meerendeels in de reeds genoemde „Mittheilungen” geplaatst.

< >