Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Pegasus

betekenis & definitie

Pegasus is in de Grieksche mythologie de naam van het gevleugelde paard van Bellerophon, hetwelk uit het bloed der door Perseus onthoofde Medusa ontstond. Bellerophon greep dit ros, toen het aan de bron Peirene zijn dorst leschte en overwon daarmee de Chimaera en de Amazonen. Toen hij echter daarmee naar den Olympus wilde rijden, werd hij door Pegasus afgeworpen, waarna deze doorging.

Op den Olympus is Pegasus het paard van Zeus (Jupiter), die het met donders en bliksems belaadt. Bij latere dichters werd Pegasus het ros van den Dageraad (Eoos) en van de Muzen, daar hij den Helicon, die bij het gezang der Muzen van genot begon te huppelen, door een hoefslag tot kalmte bragt en daardoor tevens de Hippocrene (Hengstebron) deed ontspringen. Eerst in nieuweren tijd wordt Pegasus aangemerkt ais het ros, waarop de dichters zich plaatsten, —gewoonlijk om er af te tuimelen, zoodra zij daarmede naar den hoogen Olympus willen opklimmen.

Pegasus is ook de naam van een sterrebeeld tusschen 51/2—33° N. Declinatie en 318—360 Regte Klimming. Het bevindt zich tusschen den Dolfijn, den Waterman, de Visschen, Andromeda, de Hagedis en de Zwaan, en bevat volgens Flamsteed 89 sterren.

< >