Parenchym vormt het voornaamste weefsel van alle planten en plantendeelen; daaruit bestaat bij sommige wieren, zwammen en korstmossen de geheele plant. De cellen, waaruit het is zamengesteld, parenchymcellen genaamd, zijn zeer verschillend in bouw en verrigting. Men onderscheidt het parenchym dientengevolge in dunwandig, dikwandig en beenig parenchym.
Met betrekking tot den inhoud der cellen kan het parenchym sappig, vleezig en droog wezen, en ten opzigte van den vorm heeft men rondachtig, hoekig, langgestrekt, sponsvormig, tafelvormig en draadvormig parenchym. Aanvankelijk heeft in de parenchymcellen eene aanmerkelijke stofwisseling plaats, daar zij medewerken tot omzetting van de door de plant opgenomene stoffen. De cellen van hetzelfde deel bezitten gewoonlijk hetzelfde vermogen, zoodat dezelfde stof daarin voorkomt in aanzienlijke hoeveelheid, bijv. zetmeel in het parenchym der aardappelen, vette olie in dat der zaadlobben van het koolzaad enz.
