Pandanus L. fil. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Pandaneën. Het omvat boomen en eenige weinige heestergewassen met het voorkomen van Palmen, meestal met een slanken, onverdeelden en alleen aan den top vertakten stok, rustende op een toestel van luchtwortels, — voorts met groote, lijnvormige, aan den rand en op de middennerf doornige en in eene 3-voudige spiraal geplaatste bladeren, met éénhuizige, meestal op vertakte bloemkolven geplaatste mannelijke en op enkelvoudige bloemkolven vereenigde vrouwelijke bloemen, en met zamengestelde bes- of steenbes-achtige vruchten. Talrijke Pandanussoorten vindt men in de warme gewesten van het oostelijk halfrond, vooral op de eilanden van den Indischen Oceaan en de Mascarenen, waar zij zich aan het strand verheffen en vaak uitgestrekte gedeelten der kust met een ondoordringbaren plantengroei bedekken. P. utilis Bory groeit op de Mascarenen en op Madagascar met een ston ter lengte van 6 Ned. el en met zeer lange, zwaardvormige bladeren.
Deze boom wordt ook aangekweekt op de Antillen en op Mauritius; zijne oranjevormige vruchten zijn eetbaar en zijne bladeren leveren sterke vezels. Dit geldt ook van de bladeren van P. odoratissimus, die 5 ½ Ned. el hoog wordt, vele luchtwortels heeft en doornige, lange, zwaardvormige bladeren en bolvormige, groote, gele of roode vruchten draagt. Hij groeit op de eilanden der Zuidzee, wordt aldaar, alsmede in China en Oost-Indië gekweekt, en zijne vruchten verschaffen op onderscheidene eilanden een belangrijk voedingsmiddel aan het volk. P. furcatus Roxb. uit Indië onderscheidt zich door een verbazend snellen groei, en P. Javanicus is eene ongemeen fraaije bladplant.