Palma, het westelijkste der Canarische Eilanden, telt op 12 ☐ geogr. mijl 32000 inwoners; het is vulcanisch van aard en zeer bergachtig, terwijl van de talrijke toppen de Pico de los Muchachos eene hoogte bereikt van 6345 Ned. el. Tot de merkwaardigheden behoort er voorts de Caldera, een ovale dalketel met loodregte wanden ter hoogte van omstreeks 400 el. De grond bestaat hoofdzakelijk uit verweerd vulcanisch gesteente en is in het noorden, in de dalen en aan de kusten ongemeen vruchtbaar. Het klimaat is er aangenaam en gezond.
De voornaamste voortbrengselen zijn er wijn, zuidelijke vruchten, amandels, suikerriet, groenten, veel hout, honig, was, zijde en vooral cochenille. De veeteelt bepaalt er zich tot rundvee, zwijnen, schapen en geiten. Tot de takken van nijverheid behoren er vooral de brandewijnstokerij en de suikerbereiding. De gewigtigste haven van dit eiland zijn Santa Cruz de Palma in het oosten en Tazacorte in het westen.