Onder dezen naam vermelden wij:
Olivier le Dain (ook wel le Diable), een gunsteling van Lodewijk XI, koning van Frankrijk. Hij was de zoon van een landbouwer te Thielt in Vlaanderen, werd kamerdienaar en barbier van Lodewijk XI en genoot weldra het volkomen vertrouwen van dezen Vorst. In 1477 zag hij zich verheven tot graaf de Meulant. Zijne pogingen, om Maria van Bourgondië tot de zijde van zijn Koning over te halen, mislukten, en die, om Vlaanderen door een oproer onder Fransche heerschappij te brengen, desgelijks. Niettemin behield hij de gunst des Konings en werd gouverneur van St. Quentin. Na den dood van zijn begunstiger evenwel werd hij op aandringen der door hem beleedigde edelen ter dood gebragt op den 21sten Mei 1484.
Ludwig Heinrich Ferdinand Olivier, den uitvinder van eene naar hem genoemde leesmethode. Hij werd geboren den 19den September 1759 te La Sarra in het Zwitsersche Canton Waadt, studeerde te Lausanne, werd in 1711 leeraar aan het Philanthropinum te Dessau en stichte in 1793 een groot instituut, dat hij echter in 1801 aan een ander overdroeg, om zich geheel en al aan de verbetering en bevordering zijner leesmethode te wijden. Hij voerde haar in te Leipzig en te Berlijn, doch deed in 1809 met Tillich op nieuw een instituut verrijzen, hetwelk hij desgelijks na verloop van eenigen tijd weder liet varen. In 1811 keerde hij naar Zwitserland terug, doch overleed te Weenen den 31sten Maart 1815. Zijn belangrijkst geschrift is „Orthoepographisches Elementarwerk (1804—1806, 2dln)”.
Heinrich Olivier, een historieschilder en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Dessau in 1783, genoot onderwijs in de schilderkunst te Dresden en te Parijs, vestigde zich in 1810 in zijne geboorteplaats, waar hij voortreffelijke doeken schilderde, en overleed te Berlijn den 3den Maart 1848.
Johann Heinrich Ferdinand Olivier, een verdienstelijk landschapschilder en een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te Dessau in 1785, was desgelijks werkzaam te Dresden en te Parijs, ging vervolgens naar Weenen, werd in 1836 hoogleeraar in de kunstgeschiedenis te München en overleed aldaar den 11den Februarij 1841, een aantal fraaije landschappen nalatende.
Woldemar Friedrich Olivier, een begaafd historie-, landschap- en portretschilder en een broeder der beide voorgaanden. Hij werd geboren te Dessau den 23sten April 1791, studeerde te Weenen onder de leiding van zijn broeder Ferdinand, nam deel aan den bevrijdingsoorlog in 1813 en 1814, keerde in laatstgemeld jaar naar Weenen terug, voleindigde in 1818 zijne studiën onder Overbeck en Cornelius te Rome, schilderde in 1824 en later te Weenen vele portretten en vertrok in 1829 naar München, waar hij werkzaam was in het vorstelijk paleis aan de fresco’s in de zalen der Nibelungen en der Hymnen van Homerus. Merkwaardig is voorts zijn „Volksbilderbibel in 50 Darstellungen aus dem Neuen Testament (1838, 2de uitgave, 1862)”. In 1850 vestigde hij zich te Dessau en overleed aldaar den 5den September 1859.
Juste Daniel Olivier, de populairste dichter en schrijver van Fransch-Zwitserland. Hij werd geboren den 18den October 1807 te Eysins in het canton Waadt, was eerst werkzaam als hoogleeraar te Neuchâtel en Lausanne en vestigde zich in 1845 als privaatdocent te Parijs. Op zeer gevorderden leeftijd keerde hij eindelijk naar zijn vaderland terug, en overleed te Genève den 7den Januarij 1876. Hij heeft grooten roem verworven door zijne „Chansons lointaines (1847; 2de druk, 1854)”, door onderscheidene bijdragen tot de geschiedenis van Zwitserland en vooral ook door zijne novellen.