Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Oer-os (Bos urus)

betekenis & definitie

In het Duitsch Auerochs, is de naam van een oorspronkelijk Europeesch wild rund, hetwelk voorheen algemeen in noord- en midden-Europa gevonden werd en thans alleen in het Bialowiezerwoud in Lithauen zijn verblijf houdt. Dit dier is veel grooter dan ons gewoon rund; het heeft eene veel zwaardere schoft, doch loopt naar achteren smaller uit. Zijne kleur is vuil-bruin, en zijn bolvormig voorhoofd is met een overvloed van krullende haren bedekt; aan kin en hals hangen lange haren naar beneden en ook de schoft draagt eene verwilderde pruik. De oer-os houdt den kop benedenwaarts gebogen; zijne horens zijn niet lang en sikkelvormig naar voren gekromd; zijn staart is kort en aan het einde met een dikken haarbos voorzien.

De kiezen nemen naar achteren in grootte toe; zijne snijtanden zijn zeer geschikt om den bast van de boomen te halen, en hij heeft 14 paar ribben. Hij paart in Augustus en is dan vet en krachtig, zoodat hij uit moedwil jonge boomen ontwortelt. De oude stieren vechten in dien tijd hevig tegen de jongere, zoodat deze dikwijls gedood of verminkt worden. De kalveren worden in Mei geboren en zuigen omstreeks een jaar. De oer-os groeit tot zijn 6de jaar en kan 40 jaar oud worden. Het aantal oer-ossen in gemeld woud, dat aan den Keizer van Rusland toebehoort, bedraagt slechts eenige honderden. Dit woud ligt tusschen de rivier de Boeg en de stad Osla. Het bestaat grootendeels uit sparreboomen, en in het midden van dit woud ligt het dorp Bialowicz.

< >