In het Grieksch odeion, oorspronkelijk eene plaats, bestemd voor den wedstrijd in de kunst van den zang (ode), werd vervolgens de naam van een gebouw, hetwelk men met dat oogmerk te Athene deed verrijzen. Ook elders werden er gesticht. Zulke gebouwen hadden van buiten het voorkomen van een schouwburg, doch waren veel kleiner dan deze.
Gewoonlijk was het odéon een koepelvormig, op zuilen rustend gebouw. Ook van binnen kwam het in vele opzigten met een schouwburg overeen, doch men had er rekening gehouden met de werking van het geluid.
Het eerste odéon werd omstreeks het jaar 442 vóór Chr te Athene door Péricles gesticht, en Herodes Atticus deed twee andere verrijzen, namelijk één te Athene (het prachtigste der ondheid) niet ver van de Acrópolis en één te Corinthe. Een vierde odéon te Patrae werd gesticht van den buit, dien de inwoners dier stad veroverd hadden, toen zij aan de Aetoliërs bijstand verleenden tegen de Galliërs. Weldra verrezen zulke gebouwen overal in Griekenland, — voorts te Rome, waar Domitianus en andere Keizers er deden bouwen. Beroemd was voorts het odéon te Catana op Sicilië. Ook in onze dagen geeft men den naam van odéon aan groote zalen, aan gezang, dans en gezellige vermaken gewijd.