Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nubar-Pasja

betekenis & definitie

Nubar-Pasja, een verdienstelijk Egyptisch staatsman, geboren te Smyrna in Januarij 1825, is de telg van een Armenisch-Christelijken stam, werd in Zwitserland en Frankrijk opgevoed, trad in 1842 onder Mehemed Ali in Egyptische dienst, eerst als secretaris van den minister Bogos Bey, daarna als tolk van den Onder-koning, werd door Abbas-Pasja meermalen met belangrijke zendingen belast, en was in 1824 gezant te Weenen.

Onder Saïd-Pasja droeg men hem de organisatie op van het Europeesch-Indisch landtransport door Egypte, — ten tijde van Ismaël-Pasja leidde hij te Constantinopel en te Parijs met goed gevolg de onderhandelingen over het graven van het Suëz-kanaal (1864) en sloot, in 1866 tot pasja en minister van Buitenlandsche Zaken benoemd, met de Porte verdragen over de betrekking van Egypte tot het Turksche rijk en het toekennen van den titel „Khedive” (1867).

Voorts bragt hij de internationale regtbank in Egypte tot stand en beijverde zich met goed gevolg, om er de beginselen van Europésche beschaving en staatsregeling in toepassing te brengen. Nadat hij reeds in 1874—1875 afstand had moeten doen van zijn post, ontving hij den 7den Januarij 1876 zijn ontslag, waarna hij zich naar Europa begaf.

< >