Norrköping, eene Zweedsche fabriekstad in de provincie Oost-Gothland, niet ver van de Bravikenbaai, wordt besproeid door de Motala, die uit het Wettermeer komt en in de stad zelve watervallen en stroomversnellingen vormt, waarover onderscheidene bruggen gelegd zijn. Reeds onder de laatste brug heeft de rivier een kalmen loop en diepte genoeg voor de grootste schepen. De stad is regelmatig aangelegd en heeft breede,regtestraten, 6 openbare pleinen, 3 kerken, eene synagoge, uitmuntende scholen, onderscheidene inrigtingen van weldadigheid en ruim 26000 inwoners (1875), voorts een levendigen handel en 28 schepen, waaronder 9 stoombooten.
Vooral echter bloeit er de nijverheid, zoodat zij den eernaam draagt van Zweedsch Manchester. Men vindt er eene machinenfabriek, katoenspinnerijen en weverijen, suiker-, tabaks- en papierfabrieken enz., terwijl zij door den Zweedschen Oosterspoorweg met het Zweedsche spoorwegnet verbonden is.