Norderney, een eiland op de kust van Oost-Friesland en behoorende tot het Pruissische arrondissement Emden, heeft eene uitgebreidheid van 0,3 O geogr. mijl, bezit sedert 1874 een vuurtoren, een aan het westelijk uiteinde gelegen dorp en een stevig bolwerk tegen den vloed, bestaande uit een muur, van welken zich lange steerien dammen als stralen in zee uitstrekken, alsmede eene reede aan de zuidoostelijke kust en ruim 2000 inwoners. Dit eiland is vooral vermaard als badplaats en men vindt er badinrigtingen aan de noord- en noordwestzijde. Het zeewater heelt er een aanzienlijk zoutgehalte, een krachtigen golfslag en de wisseling van eb en vloed. Ook is er een badhuis voor warme baden.
Het middelpunt der badgasten is er het groote badhuis (Conversationshaus), en het aantal bezoekers bedroeg er in de laatste jaren gemiddeld 6000. Het klimaat is er zacht en gelijkmatig, de gemiddelde zomertemperatuur 20° C. en de duur van het badsaizoen van het begin van Julij tot het midden van September. Gedurende de eb kan men met een wagen van den vasten wal naar het eiland rijden; daarenboven varen gedurende het saizoen gedurig stoombooten van Geestemünde, Emden, Leer, Wilhelmshaven en het tegenoverliggend Norddeich (een half uur gaans van Norden) derwaarts. In het oostelijk gedeelte van het eiland heeft men duinen ter hoogte van 18—26 Ned. el, en van den vuurtoren geniet men een prachtig vergezigt.
