Neder-Pyreneeën (Basses Pyrénées) is de naam van een departement in het zuiden van Frankrijk, gevormd uit de aloude landschappen Béarn, Neder-Navarre, Soule en Labour. Het grenst aan de departementen Landes, Gers en Hautes Pyrénées, aan Spanje en den Atlantischen Oceaan en beslaat eene oppervlakte van 138½ geogr. mijl. Er verheffen zich onderscheidene gebergten, tot de Pyreneeën behoorende, met den Pic du Midi d’Ossau, — en het rotsige strand, de bevallige heuvels met de met sneeuw bedekte kruinen der Pyreneeën op den achtergrond en de mildbesproeide dalen geven er aan het landschap eene ongemeene bekoorlijkheid. Alleen in de dalen is de grond er voor den landbouw geschikt, doch elders met schoone weiden en wouden bekleed.
De voornaamste rivier is er de Adour, waarin de Luy, de Gave de Pau, de Bidouze en de Nive zich uitstorten. Voorts stroomen er de Nivelle en de Bidassoa, terwijl men er tevens onderscheidene meren aantreft. Het klimaat is er in het gebergte guur, maar in de dalen zacht en gezond. Omstreeks 21500 Ned. bunder zijn er met wijngaarden bedekt. Tot de voornaamste voortbrengselen van den bodem behooren er maïs, tarwe, haver, aardappels, vlas, ooft, zuidelijke vruchten, wijn en timmerhout.
De landbouw bevindt er zich echter in een zeer achterlijken toestand. Men heeft er voorts bijna een ½ millioen schapen, 90000 zwijnen enz. Het rijk der delfstoffen levert er graniet, kalksteen, marmer, anthraciet, ijzer- en kopererts en turf, terwijl er onderscheidene koude en warme bronnen ontspringen. De nijverheid is er van weinig beteekenis, en de zeehandel bepaalt er zich tot de havens Bayonne en St. Jean de Luz, terwijl het binnenlandsch verkeer door spoorwegen en door de bevaarbare Adour bevorderd wordt. Het departement is in 5 arrondissementen verdeeld en telt ongeveer 430000 zielen.