Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Naxos

betekenis & definitie

Naxos, thans Naxia en in het Turksch Naksja, een eiland in de Aegesche Zee en tot de Grieksche nomarchie der Cycladische Eilanden behoorende, telt op bijna 7 geogr. mijl bijna 14000 inwoners (1870). Het is door eene smalle straat van Paros gescheiden, heeft aan de oostzijde steile kusten, aan de westzijde vlak land en draagt eene meridiaanketen, welke zich in den Dia verheft tot eene hoogte van 1000 Ned. el. Het is voorts mild besproeid en in de lagere streken ongemeen vruchtbaar; de belangrijkste voortbrengselen zijn er: tarwe, gerst, zuidelijke vruchten, wijn, olie, mastik, marmer en vooral amaril. De evenzoo genoemde hoofdstad, op de noordwestkust gelegen, bezit een door de Venetianen gesticht kasteel, 20 kerken, 3 kloosters, eene Grieksche school en eene haven; zij is de zetel van een Griekschen en van een R. Katholieken bisschop en bevolkt met ruim 2000 zielen. — In ouden tijd heette dat eiland Strongyle, ook wel Dia en Dionysias en was vermaard door de mythe van Dionysos (Bacchus).

Men meent, dat zijne eerste bewoners Thraciërs geweest zijn. Nadat deze wegens aanhoudende droogte vertrokken waren, vestigden er zich na den Trojaanschen Oorlog Cariërs onder aanvoering van Naxos, die op hunne beurt verdreven werden door de Cretensers. Deze laatsten bragten er de de dienst van Ariadne. Uit den geschiedkundigen tijd is bekend, dat Ioniërs uit Athene zich derwaarts begaven, en wij vinden voorts Naxos in oorlog met Pisistratus van Athene, die het eiland in 536 vóór Chr. overweldigde en er Lygdamis, den aanvoerder der oligarchische partij, tot heerscher verhief. Doch reeds in 510 werden de aristocraten verdreven, en de door hen te hulp geroepene Perzen moesten in 501 na eene belegering van 4 maanden onverrigter zake terugkeeren. Daarom verwoestten zij in 490 bij hunnen togt naar Griekenland dit eiland te vuur en te zwaard. Nadat de ingezetenen van Naxos voorts in den slag bij Salamis den Perzischen boei verbrijzeld hadden, vormde Naxos een medelid van den Zeehond, door Athene gesticht, maar was ook de eerste der Verbondene Staten, die weigerde den Bondspligt te volbrengen. Dientengevolge werd het in 466 door de Atheners onderworpen en als veroverd land behandeld.

In 376 zegepraalde de Athener Chabrias, die Naxos met geweld in een nieuwen zeehond wilde inlijven en het met dat oogmerk belegerde, aldaar op de Spartaansche vloot, welke tot ontzet derwaarts was gestevend. Later was Naxos achtervolgens aan de Macedoniërs, Egyptenaren, Rhodiërs en Romeinen onderworpen. In de middeneeuwen verkreeg het den naam van Naxia, en na de stichting van het Latijnsche keizerrijk te Constantinopel moest zij met de overige Cycladen zich onderwerpen aan den Venetiaan Marco Sanundo (1207), waarna de Latijnsche keizer Hendrik in 1210 den veroveraar verhief tot erfelijken hertog van den Archipel, terwijl Naxos tot hertogelijken zetel werd bestemd. Toen het Huis Sanudo in 1362 uitstierf, verkreeg de gemaal van de dochter van den laatsten Hertog, Gian dalle Carceri, heer van Negroponte, het hertogdom Naxos. Van 1383 tot 1566 heerschten er de Crispi, en in 1566 verviel het eiland aan Turkije. Sultan Selim II bekleedde den Portugéschen Israëliet Joessoef Nassy met de waardigheid van hertog van Naxos. Na de vrijmaking van Griekenland werd ook Naxos in het nieuwe koningrijk ingelijfd.

Naxos was in de dagen der oudheid ook de naam eener stad op de oostkust van Sicilië, ten zuiden van den berg Taurus. Zij was de eerste Grieksche volkplanting op dat eiland en werd waarschijnlijk reeds in 736 vóór Chr. door de Chalcidiërs gesticht. Weldra verhief zij zich tot eene hooge mate van bloei, zoodat ook zij volkplantingen uitzond naar Leontini, Catana enz. Eenigen tijd was zij onderworpen aan den tyran Hiërónymus van Gela, doch weldra ontworstelde zij zich aan dat juk, streed als bondgenoote der Atheners tegen Syracuse en nam toe in welvaart, totdat zij in 403 door Dionysius ingenomen en verwoest werd. De overgeblevene inwoners, in 358 door Andrómachus verzameld, bouwden in de nabijheid der vroegere stad eene nieuwe, Tauromenion (thans Taormina) geheeten.

< >