Navigatie-acte noemt men de scheepvaart- en eene handelswet, door het Republikeinsche Engelsche Parlement den 9den October 1651 op verlangen der Britsche koopvaarders uitgevaardigd. Volgens deze mogten alle uit Azië, Afrika en Amerika afkomstige waren alleen door Britsche schepen naar Groot-Brittanje, Ierland en de Britsche koloniën worden vervoerd, terwijl men alle in Europa verbouwde of vervaardigde waren aan het Britsche Rijk mogt overbrengen alleen op Britsche schepen of op zoodanige, welke het eigendom waren van het land van uitvoer. Deze laatste bepaling is echter later beperkt tot enkele handelswaren, „enumerated articles” genaamd. Later volgde het verbod van allen invoer uit de Nederlanden en uit Duitschland, hetwelk een geweldigen knak gaf aan den Nederlandschen handel, en in 1696 werd zelfs aan de Britsche koloniën en plantaadjes verboden, zelven hunne voortbrengselen naar Ierland of Schotland te vervoeren.
In 1787 stelden de Vereenigde Staten van Noord-Amerika als represaillemaatregel eene dergelijke wet vast tegen Groot-Brittanje, woordelijk met de Engelsche wet overeenkomende, en ook de Noordsche Mogendheden dreigden met een zoodanig besluit. Dientengevolge werd de Engelsche navigatie-acte in 1821 en 1825 door eene nieuwe wet en door het aannemen van het „stelsel van wederkeerigheid" aanmerkelijk verzacht en eindelijk den 20sten Junij 1849 opgeheven. De afkondiging der navigatie-acte was de oorzaak van den oorlog tusschen Nederland en Engeland in de jaren 1652—1654.