Natuuurzelfdruk (physiotypie, autoplastiek) noemt men de kunst om van voortbrengselen der natuur of der nijverheid door middel van het oorspronkelijk voorwerp op eenvoudige wijze afdrukken te bekomen.
Men legt het voorwerp (bladeren, gedroogde planten, insecten, indrukken van fossiele planten, steenen enz.) op eene goed gepolijste stalen of koperen plaat, bedekt het met eene dunne looden plaat en laat het geheel tusschen 2 sterk drukkende cylinders doorgaan. De vorm van het voorwerp wordt hierbij hoogst naauwkeurig afgedrukt in het lood, zoodat men dit aanstonds als drukplaat zou kunnen gebruiken, indien het metaal niet zoo week ware. Men brengt derhalve op de looden plaat een galvanischen neerslag van koper en hierop een tweeden, welke de verlangde drukplaat vormt. De afdrukken, door middel der koperdrukpers verkregen, geven eene volkomen juiste voorstelling van het voorwerp.
Ook vervaardigt men door middel der stereotypie wel eens regtstreeks van de looden plaat eene drukplaat, die onder de gewone drukpers witte figuren op een zwarten grond levert. In dit geval eischt het afdrukken eene groote behendigheid, zoodat men liever van de looden plaat of van de eerste galvanoplastische plaat een afdruk overbrengt op eene gepolijste zinkplaat en deze etst totdat de figuur, door het vet van den afdruk beveiligd, zich verheven (en reliéf) vertoont. Op deze wijze toch verkrijgt men uitstekende drukplaten voor de gewone pers. De natuurzelfdruk heeft zijne ontwikkeling in onzen tijd vooral te danken aan den overleden hofraad Auer, in leven diteur van de staatsdrukkerij te Weenen.