Muschaver-pasja of Moesjaver-pasja, een Turksch admiraal, eigenlijk Adolf Slade, geboren in 1805 in het Engelsche graafschap Somerset, trad in 1817 in dienst bij de Britsche marine en verkeerde met de vloot eerst in de Zuid-Amerikaansche wateren en vervolgens in de Middellandsche Zee, waar hij deel nam aan de expeditie naar Algiers en aan den slag van Navarino.
Bij het uitbarsten van den Turksch-Russischen oorlog in 1828 ging hij over in Turksche dienst en voerde bevel op een fregat in de Zwarte Zee. Na het sluiten van den vrede legde hij zich te Portsmouth met ijver toe op de marine-wetenschap en klom op tot den rang van postkapitein. In 1849 stelde hij zich wederom ter beschikking van de Porte, ontving het kommando over een vlaggeschip en werd, schoon zich niet tot den Islam bekeerende, onder den naam Muschaver (Raadgever) tot pasja benoemd. Hij besteedde zijne talenten aan de organisatie der Turksche marine en bragt na de catastrophe van Sinope (November 1853) de Turksche vloot weder in goeden staat.
Hij schreef: „Records of travels in Turkey, Greece and Malta (1838; 2de druk, 1854)”, — „Travels in Germany and Russia (1840)”, — en „Turkey in the Crimean war (1867).”
