Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Murcia

betekenis & definitie

Murcia, een voormalig koningrijk in het zuidoosten van Spanje, telt op 491 geogr. mijl 660.000 inwoners (1870), grenst in het noorden aan Nieuw-Castilië, in het oosten aan Valencia, in het zuiden aan de Middellandsche Zee en in het westen aan Andalusië en is verdeeld in 2 provinciën, Murcia en Albacete.

Dit rijk omvat den zuidwestelijken hoek van het Nieuw-Castiliaansche hoogland en is omringd door bergen, die in heuvelige vlakten overgaan. Met uitzondering van de vruchtbare rivierdalen bezit Murcia niet veel bruikbare gronden. Het zuidelijk gedeelte is van vulcanischen aard en het zuidelijke kustgewest eene schraal begroeide zandvlakte. De voornaamste rivier is er de Segura. Op de bergen vindt men er eenige lagunen en bij de zuidoostkust het meer Menor met brak water. Over het geheel is Murcia schaars besproeid. Niettemin loopt er een scheepvaartkanaal van de stad Murcia naar Cartagena over een afstand van 40 Ned. mijl.

Het klimaat is er aangenaam en gezond. De belangrijkste voortbrengselen zijn er: tarwe, gerst, maïs, zijde, hennep, zuidelijke vruchten, olie, wijn, esparto, kurk-eiken en kastanjes, — voorts: wild, pluimgedierte, schapen, zwijnen, geiten en muilezels, terwijl de rundveefokkerij er weinig beteekent. De bodem bevat er zilver, lood, koper, zwavel, leem en zout, en er zijn uitmuntende minerale bronnen. De nijverheid bepaalt er zich vooral tot het weven van zijden stoffen, tot het vervaardigen van gevlochten voorwerpen van esparto-gras, en tot het bereiden van soda, zout, salpeter, zeep enz.

De handel is er door den aanleg van spoorwegen (van Madrid over Albacete naar Chinchilla, Almanza, Villena en Alicante, alsmede van Albacete naar Murcia en Cartagena) in den laatsten tijd aanmerkelijk vooruitgegaan. Vooral wordt er esparto-gras als grondstof voor papier naar Engeland uitgevoerd. Het volksonderwijs bevindt er zich op een zeer lagen trap.

De provincie Murcia telt op 210 geogr. mijl 439.000 inwoners.

De evenzoo genoemde hoofdstad ligt aan de Segura, waarover eene prachtige brug is gebouwd, en aan den spoorweg van Albacete naar Cartagena. Zij is omringd door schilderachtige gebergten, wél gebouwd, maar naar de wijze der Mooren zeer onregelmatig aangelegd. Men heeft er breede, fraaije straten en pleinen en vele prachtige huizen, met platte daken voorzien. De merkwaardigste gebouwen zijn er de hoofdkerk, het bisschoppelijk paleis, de graanhal en de zijdefabriek.

Deze stad is de zetel van een bisschop en men heeft er, behalve de hoofdkerk, 11 kerken, — voorts: een seminarium, eene teeken- en bouwkundige school, 2 openbare boekerijen, een verwaarloosden botanischen tuin, een schouwburg, een circus, sierlijke wandelparken en omstreeks 90.000 inwoners, die zich vooral bezighouden met het weven van zijde, met het maken van vlechtwerk van esparto, met het bereiden van soda en buskruid enz. Men houdt Murcia voor het aloude Vergilia. De stad werd in 1262 door koning Alfonsus X van Castilië met muren omringd, doch door de aardbeving van 18-21 Maart 1829 bijna geheel verwoest.

< >