Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Munzinger (Werner)

betekenis & definitie

Munzinger (Werner), een verdienstelijk reiziger en taalkenner, geboren in 1832 te Olten in Zwitserland, studeerde in de natuurkunde, Oostersche talen en geschiedenis te Bern, München en Parijs, vertrok in 1854 als chef eener handelsexpeditie naar de Roode Zee, vertoefde eenigen tijd in Massoea, in 1855 te Keren, de hoofdplaats der Bogos en schreef: „Die Sitten und das Recht der Bogos (1859)”.

In 1861 nam hij deel aan de Duitsche expeditie naar Centraal-Afrika onder Heuglin, maar keerde in 1864 naar de noordelijke en noordoostelijke grensgewesten van Abessinië terug. In 1865 werd hij Britsch consul te Massoea en bewees in 1867 aan het Engelsche leger in Abessinië belangrijke diensten. In 1868 belastte hij zich te Massoea tevens met het Fransche consulaat, hetwelk hij ook te voren reeds waargenomen had, doch legde in 1870 de consulsbetrekkingen neder en volbragt uit Aden met kapitein Miles eene reis door de zuidoostelijke kustgewesten van Arabië. Nadat hij in 1871 als gouverneur van Massoea en met den titel van Bey in dienst van den Khedive getreden was, voegde hij een gedeelte der noord-Abessinische gewesten bij zijn gebied, bezocht ze bij herhaling, werd in 1872 tot pasja en gouverneurgeneraal van oostelijk Soedan benoemd, maar bezweek door sluipmoord in het laatst van October 1875. Hij schreef nog: „Ost-Afrikanische Studiën (1864)’’, — „Die deutsche Expedition in Ostafrika (1865)”. — en „Vocabulaire de la langue de Tigré (1865)”.

< >