Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mungo Park

betekenis & definitie

Mungo Park, een moedig onderzoeker der binnenlanden van Afrika, werd geboren te Fowlshiels in Schotland den 10den September 1771, studeerde te Edinburgh in de geneeskunde en vestigde zich als geneesheer te Selkirk, doch vertrok weldra als scheepsheelmeester naar Indië. Bij zijn terugkeer vervoegde hij zich bij de African Association te Londen met het verzoek om op hare kosten een togt naar Afrika te ondernemen tot het opsporen van de Nigerbronnen. Na het ontvangen van een toestemmend antwoord begaf hij zich den 22sten Mei 1795 naar de Engelsche factorij Pisania aan de Gambia en trok oostwaarts door de koningrijken Moelli, Bondoe, Kajaaga, Kasson, Kaarta en Loedamar. Hier verscheen hij in Maart 1796, doch zag er zijn leven bedreigd, zoodat hij zich door de vlugt moest redden.

Op den 20sten Junij van dat jaar bereikte hij de Niger en volgde toen den loop van deze rivier stroomopwaarts. Eindelijk dwongen onoverkomelijke hindernissen hem tot den terugtogt. Hij volgde westwaarts de rivier en bereikte in September het koningrijk Mandingo, waar hij wegens ongesteldheid 7 maanden moest blijven. Eerst den 10den Junij 1797 kwam hij weder te Pisania en reisde vanhier over Antigua naar Londen. In 1799 verscheen het verslag van zijn merkwaardigen togt onder den titel: „Travels in the interior of Africa”.

Nadat hij voorts tot 1805 als geneesheer was werkzaam geweest, ondernam hij een tweeden togt in Afrika, verliet in April met 36 Europeanen de factorij aan de Gambia en bereikte met 7 van hen de Niger. Te Sansanding in het koningrijk Bambarra bouwde hij eene boot, om zijne reis langs de Niger voort te zetten. Vooral zond hij zijn dagboek naar Pisania, en hieruit blijkt, dat nog slechts 4 van zijne medgezellen in leven waren. In het koningrijk Haoessa werden zij door eene gewapende bende aangevallen; zijne reisgenooten bezweken voor de pijlen der Negers, en Mungo Park, die zich zwemmende poogde te redden, kwam om in het water. Een slavenhandelaar bragt in 1806 daarvan de tijding in de Engelsche kolonie aan de Senegal, en eerst in 1815 verscheen het verhaal van dezen tweeden togt, daar de papieren van den kloeken reiziger aanvankelijk in het bezit waren gebleven van den Koning van Jaoeri.