Wat is de betekenis van Factorij?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

factorij

factorij - Zelfstandignaamwoord 1. (handel) (geschiedenis) een nederzetting in een ander land die fungeerde als steunpunt voor overzeese handel. Woordherkomst afgeleid van factor met het achtervoegsel -ij

2024-03-29
Memo Educatie

Uitgeverij Malmberg (2004)

Factorij

Een handelspost langs de nieuw ontdekte kusten van Azië, Afrika of Zuid-Amerika. Een factorij bestond uit een fort met een haven, pakhuizen en woningen.

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Factorij

[v. MLat. factoria] handelsnederzetting, handelskantoor in het buitenland (spec. in overzeese gebieden); walvisvaarder die zelf traan stookt.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Factorij

(faktorij) handelsonderneming; vertegenwoordiging in den vreemde

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Factorij

overzeese handelsnederzetting, opgericht door Europese kooplieden en geleid door een vertegenwoordiger, factor genaamd. De factorijen zorgden voor de ruil van Europese en inheemse goederen.

2024-03-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Factorij

(Indon.) is een in Indon. gebruikelijke benaming van de Ned. Handelmaatschappij.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Factorij

v. (-en), 1. kantoor ener handelsonderneming in vreemde landen (behalve als hist. term alleen nog als naam van het kantoor der Ned. Handelmij te Batavia) ; 2. walvisvaarder als drijvende traanfabriek.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Factorij

nederzetting van een handelsonderneming in het buitenland, die soms ook versterkt was tegen aanvallen van inboorlingen (O.-I. Compagnie).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

factorij

v. nederzetting van een handelmaatschappij, handelskantoor van een factoor in een vreemd werelddeel; bijkantoor; ~-handel.,m. commissiehandel (zie ald.).