Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Morny

betekenis & definitie

Morny (Charles Auguste Louis Joseph, graaf de), een Fransch staatsman, de zoon van Hortense, koningin van Holland en gemalin van Louis Napoleon en van haren grootstalmeester graaf Flahault, geboren te Parijs den 23sten October 1811, werd door den kinderloozen graaf de Morny als zoon aangenomen en ontving zijne eerste opleiding in de woning der moeder van Flahault. Later bezocht hij het collège Bourbon en de school van den generalen staf, trad in 1830 als luitenant in dienst bij een regiment uhlanen en onderscheidde zich in Algerië. Koningin Hortense, in 1837 overleden, had hem een jaargeld van 40000 francs vermaakt, en nu nam hij zijn ontslag uit de dienst en stichtte te Clermont in Auvergne eene beetwortelsuikerfabriek. In 1842 zag hij zich afgevaardigd naar het Fransche Parlement, waar hij Guizot ondersteunde.

Daar tegenspoed in nijverheidsondernemingen en het spel hem in geldverlegenheid bragten, werd hij de bondgenoot van Lodewijk Napoleon, wiens plannen hij, als afgevaardigde van het Seine-departement, sedert 1849 in het Wetgevend Ligchaam bevorderd had, en bestuurde als minister van Binnenlandsche Zaken den staatsstreek van 2 December 1851, doch legde reeds den 13den Januarij 1852 zijne portefeuille neder. In November 1854 werd hij tot voorzitter van het Wetgevend Ligchaam benoemd. Van Mei 1856 tot Augustus 1857 was hij gezant te Petersburg, waar hij in Januarij van laatstgenoemd jaar in het huwelijk trad met de jonge, rijke vorstin Sophia Trubetzkoi. Van 1857 tot 1865 was hij weder voorzitter van het Wetgevend Ligchaam en onderscheidde zich in die betrekking door hoffelijkheid en onpartijdigheid. Hij overleed den 10den Maart 1865 en werd op staatskosten ter aarde besteld.

Hoewel geen staatsman, bezat de Morny toch uitstekende gaven; het ontbrak hem echter aan zedelijke beginselen. Zijne ijdelheid en wuftheid bleken zelfs bij de behandeling der gewigtigste staatsaangelegenheden en hebben haren stempel gedrukt op het bewind, waartoe hij behoorde. Bij de reusachtige zwendelarijen, die na 1850 in Frankrijk plaats grepen, had hij steeds de hand in het spel en wist groote sommen bijeen te brengen, hoewel ook deze niet voldoende waren, om in zijne verregaande verkwistingen te voorzien. Om van Jecker het hem toegezegde aandeel in de Mexicaansche geldknoeijerij te verkrijgen, haalde hij Napoleon over tot de noodlottige expeditie naar Mexico. Zijne kostbare bibliotheek en zijne verzameling van schilderijen werden onder den hamer gebragt, doch zijne weduwe, die later hertrouwde met den hertog van Sesto, ontving van den Keizer een jaargeld van 100000 francs.

< >