Montholon (Charles Tristan de), graaf van Lee, adjudant-generaal van keizer Napoleon I, werd geboren te Parijs in 1783, trad op 15-jarigen leeftijd in dienst bij de marine, doch in 1797 bij het leger te lande, streed in Italië, Duitschland en Polen en werd in 1807 bevorderd tot kolonel. In 1809 kwam hij als kamerheer in de nabijheid des Keizers, ging in 1811 als gevolmagtigde naar het Hof van groothertog Ferdinand van Würzburg, werd in 1814 brigadegeneraal, was gedurende de Honderd Dagen adjudant-generaal van Napoleon en volgde hem naar St. Helena. De Keizer belastte hem met de uitvoering van zijn testament en met de bewaring van een gedeelte zijner handschriften, zoodat hij met generaal Gourgaud de „Mémoires pour servir a l’histoire de France sous Napoléon écrits à Ste Hélène sous sa dictée (1823—1825, 8 dln.; 2de druk, 1830)” in het licht zond.
Daar hij in 1840 deel genomen had aan den aanslag van Louis Napoleon te Boulogne, werd hij gevat en door de kamer der Pairs tot 20-jarige kerkerstraf veroordeeld. Intusschen vergunde men hem, zijn straftijd met Louis Napoleon te Ham te ondergaan. De Februarij-omwenteling van 1848 stelde hem op vrije voeten en hij werd zelfs in 1849 tot lid van het Wetgevend Ligchaam gekozen. Ook schreef hij: „Récits de la captivité de l’empereur Napoléon à Ste Héléne”, en overleed den 24sten Augustus 1853.