Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Moabieten

betekenis & definitie

Moabieten is de naam van een Semietischen volksstam, in het noorden van Arabië ten zuidoosten van de Doode Zee gevestigd. Hunne hoofdstad was Ar of Rabbath Moab. Als stamvader des volks wordt Moab, de zoon van Lot, genoemd. Hunne goden waren Baal en Astaroth.

In hunne uitbreiding werden de Moabieten het eerst belemmerd door de Ammonieten, en de naam: „Velden van Moab” voor de vlakten aan de Jordaan tegenover Jericho, tusschen Lirias en Hebron, heeft betrekking op hunne voormalige uitbreiding naar het noorden. In het tijdperk der Richters hadden de Moabieten de ten zuiden gelegene Israëlietische stammen gedurende een tijdperk van 18 jaren onderworpen, totdat de richter Ehud hunnen koning Eglon vermoordde. — Ruth was eene Moabietische. — David overwon hen en maakte hen schatpligtig, en bij de scheuring van het groote Rijk (953 vóór Chr.) viel Moab ten deel aan het rijk van Israël. Intusschen ontsloeg het zich in 850 onder koning Mesa, wiens gedenkteeken onlangs te Dibon ontdekt werd, van zijne cijnsbaarheid en maakte voortdurend gebruik van de zwakheid van Israël om rooftogten te ondernemen naar de overzijde der Jordaan, totdat Jerobeam II het volk weder noodzaakte tot het opbrengen van schatting. In 600 werden de Moabieten door de Babyloniërs onder aanvoering van Nebucadnezar overwonnen, doch bij den terugkeer der Joden kwamen zij met de Ammonieten in verzet tegen de herstelling der muren van Jerusalem. Later hebben zich de Moabieten allengs met de Arabieren vermengd.