Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Doode Zee

betekenis & definitie

Doode Zee (De), ook het Zoute Meer, door de Grieken en Romeinen het Asphaltmeer en door de Arabieren zelfs nu nog het Meer van Lot genoemd, is een merkwaardig meer in het zuidoosten van Palaestina, welks oppervlakte 400 Ned. el lager ligt dan die der Middellandsche Zee, terwijl van zijn bodem op eene wijze, die nog niet voldoende verklaard is, gedurig nieuwe asphaltmassa’s oprijzen. Het is 10—11 geogr. mijl lang en 2—3 geogr. mijl breed, zoodat het eene uitgebreidheid heeft van 28 □ geogr. mijlen. De Jordaan en andere rivieren brengen er eene aanzienlijke hoeveelheid water, die echter door verdamping verloren gaat, zoodat zijn waterstand weinig verandert. Zijne lage, tusschen berggevaarten beslotene ligging veroorzaakt er een tropisch klimaat.

Aan het zuidwestelijk uiteinde van het meer verheft zich een berg van klipzout; aan de oostzijde vindt men desgelijks zoutblokken, alsmede warme bronnen en veel zwavel. Het water is zeer helder, doch bevat veel zout en bromium, en biedt voor bewerktuigde wezens geene geschikte verblijfplaats aan. Ook de oevers dragen een zeer schralen plantengroei; in den omtrek van het meer schijnt alles dood te wezen, — vandaar zijn naam. Volgens de Bijbelsche berigten zijn de goddelooze steden Sodom en Gomorrha weggezonken ter plaatse, waar zich thans de Doode Zee bevindt.