Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mierenzuur

betekenis & definitie

Mierenzuur (formylzuur, C H2 O»), het eerste lid van de reeks der vetzuren, vindt men vooral in het ligehaam der boschmieren (Formica rufa), in de gifbevattende organen van bijen en andere stekende insecten, in de haren der processierups, in vele afscheidingen van ’s menschen ligehaam (bloed, urine, zweet), in sommige planten, zooals in de brandharen der brandnetels, in dennennaalden, in zuur geworden terpentijnolie, in vele minerale wateren en in guano. Het ontstaat uit zyne elementen, wanneer men kalihydraat met kooloxydegas verhit:

C O + K II O = C H Oj K koóloxyde lealihydraat mierenzuwr kali of wanneer kalium aan de werking van vochtig koolzuur wordt blootgesteld. Dikwyls ontstaat het bij drooge destillatie of als oxydatieproduet van vele organische stoffen (eiwit, lym, stijfsel, suiker, wynsteenzuur, acetyleen, aethyleen). Gelijk azijnzuur uit alkohol, zoo ontstaat het uit methylalkohol (houtgeest) door de zuurstof' der lucht bij de aanwezigheid van platinazwam. Blaauwzuur ontbindt zich onder opneming van de elementen van water in mierenzuur en ammoniak.

Om mierenzuur te bereiden, verwarmt men van water gereinigd glycerine met gekristalliseerd oxaalzuur tot 75° C. en langzamerhand tot 90° C., voegt er, zoodra de ontwikkeling van koolzuur opgehouden heeft, meer oxaalzuur bij en gaat zoo voort. Het oxaalzuur (C2 H2 OJ) wordt hierbij ontleed in mierenzuur (C H2 02) en koolzuur (C 02), terwyl de glycerine onveranderd blijft. Bij het gebruiken van watervry oxaalzuur en eene verwarming tot 50° C. verkrijgt men mierenzuur van 25°/0. Mierenzuur is eene kleurlooze vloeistof met een doordringenden, zuren reuk en eene bytende werking op de huid. Het stolt by — 1° , kookt bij 105° C., heeft een soortelyk gewigt van 1,235 by 12° C., vermengt zich met water en alkohol, oxydeert, met eene platinaspons in de opene lucht in aanraking gebragt, tot koolzuur en water, ontbindt zich in geconcentreerd zwavelzuur tot kooloxyde en water, reduceert de zouten der edele metalen onder afscheiding van metaal en ontwikkeling van koolzuur, en werkt bederfwerend op zure vloeistoffen. Het wordt gebruikt tot het vervaardigen van spiritus en tinctuur als een middel om de huid te prikkelen. Ook tot het bereiden van mierenbaden komt het te pas.

Het mierenzuur is een der sterkste organische zuren. Het is krachtiger dan azijnzuur en lost ijzer en zink op onder ontwikkeling van waterstof. Zijne neutrale zouten zijn oplosbaar in water, — zijne alkalizouten leveren bij eene omzigtige verwarming in de eerste plaats waterstof en oxaalzuur zout, maar laten eindelijk koolzuur zout achter. Mierenaethe/r (C H 02 C2 H5) ontstaat, wanneer men mierenzuur met alkohol laat trekken, en wordt verkregen, wanneer men watervrije glycerine met een geljjk verbindingsgewigt alkohol en zuiver oxaalzuur destilleert. De dampen, die het eerst oprijzen, leidt men in eene opgaande koelhuis, om ze naar den retort te doen terugvloejjen. Gemelde aether is kleurloos, heeft een doordringenden, specerpaehtigen reuk, een koelen smaak, kookt bij 54° C., bezit een soortelijk gewigt van 0,917, lost op in water, vermengt zich met alkohol en aether, trekt de vochtigheid des dampkrings tot zich en ontleedt zich met water. Door destillatie van mierenzuur natrium met alkohol en zwavelzuur kan men dien aether desgelijks bekomen, alsmede andere aethersoorten, zooals amyl-, butyl- en propylaether, die een aangenamen ooftgeur verspreiden en tot kunstmatige vervaardiging van rum en arak gebezigd worden

< >