Een der Grieksche vrijheidshelden, geboren in 1768 of 1772 op Negroponte, begon zijne loopbaan als matroos en ontleende zijn naam aan het Turksche woord „miaul”, dat feloek (eene soort van vaartuig) beteekent. In zijne jeugd diende hij op het eskader van den Livadiër Lambros Katzonis, hetwelk geruimen tijd de Turksche wateren onveilig maakte, maar ongeveer in 1790 voor de overmagt bezweek. Gedurende de Fransche Revolutie deed hij met ladingen graan in de Fransche en Spaansche havens goede zaken, daar hij door de blokkade wist heen te sluipen. Later vestigde hij zich op Hydra en verkreeg hier eene invloedrijke betrekking.
In 1821 voegde hij zich met zijn fregat „Leonidas” bij de nationale beweging, werd opperbevelhebber der Grieksche vloot en streed met uitstekend gevolg. Toen in 1827 lord Cochrane tot oppervlootvoogd der Grieken benoemd werd, trad hij af; maar de president graaf Capodistrias belastte hem weder met het opperbevel. Niettemin schaarde zich Miaulis aan de zijde der oppositie. Hij werd in 1831 lid van het Voorloopig Bewind op Hydra, veroverde den 30ste» Julij de oorlogshaven Poros en liet de aldaar aanwezige Grieksche vloot verbranden, opdat zij niet in de handen der Russen mogt vallen. In 1832 vertrok hij als lid der huldigingsdeputatie naar München. Koning Otto benoemde hem in 1833 tot schout-bij-nacht, in 1835 tot vice-admiraal en belastte hem met de reorganisatie der marine. Hij overleed echter reeds te Athene den 24sten Junij 1835. — Zijn zoon Athanasius was van 1855 tot 1862 president van het Grieksche ministérie, hetwelk door zijn wanbestuur niet weinig medewerkte tot den val van koning Otto. Later was hij volksvertegenwoordiger en overleed te Parijs in Mei 1867.
