Meszaros (Lazarus), minister van Oorlog in Hongarije, werd geboren den 20sten Februarp 1796 te Baja in het Bacser comitaat, studeerde te Pesth in de regten, trad in 1813 in Oostenrijksche krijgsdienst, woonde als luitenant der Hongaarsche vrijwilligers de veldtogten bij van 1814 en 1815, klom allengs op tot den rang van kolonel, werd wegens zijne wetenschappelijke werken over den landbouw lid van de Académie te Pesth en gaf in den Italiaanschen oorlog van 1848 blijken van krijgskundige bekwaamheid. Graaf Bathyányi belastte hem in Mei met de portefeuille van Oorlog in het Hongaarsch kabinet. Hier echter kwam bij hem de Oostenrijksche soldaat eerlang in botsing met den constitutionélen minister. Bepaaldelijk verzette hij zich tegen eene afzonderlijke organisatie van het Hongaarsche leger.
Toen echter in October de strijd tusschen Oostenrijk en Hongarije uitbarstte, koos hij de zijde der Omwenteling en bragt het Hongaarsche leger weldra in goeden staat. Niettemin leed hij den 4den Januarij 1849 bij Kaschau eene geduchte nederlaag, waarna hij het bevel overgaf aan Klapka en de regé-ing naar Debreczin volgde, alwaar hij de legerorganisatie voortzette. Na de onafhankelijkheidsverklaring van 14 April leverde hij zijn ontslag in, maar bleef afgevaardigde voor zijne geboortestad Baja en zag zich bevorderd tot luitenant-veldmaarschalk. In Julij 1849 werd hij opperbevelhebber in plaats van Görgei, doch behield wegens de onderlinge verdeeldheid der ministers slechts korten tijd die betrekking. Later streed hij aan de zijde van Dembinski in de veldslagen bij Szöreg en Temesvár en vertrok na de gebeurtenissen bij Villágos met hem naar Turkije.
Tot aan Mei 1851 bevond hij zich met Kossuth in ballingschap te Koetahia, ging voorts naar Engeland, waar hij benoemd werd tot voorzitter der comités van bijstand voor Hongaarsche vlugtelingen, en vertrok toen naar Frankrijk. Na den coup d’état van 2 December 1851 nam hij de wijk naar het eiland Jersey en begaf zich in 1853 naar Amerika. In September 1851 was hij met andere omwentelingsmannen te Pesth in beeldtenis door beulshanden opgehangen. Hij overleed den 16den November 1858 te Eywood in Herefordshire.