Melampyrum L. of zwartkoorn is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Rhinanthaceën. Het onderscheidt zich door een 4-spletigen kelk, door eene zamengedrukte, aan den rand teruggeslagene bovenlip der bloemkroon en door eene scheeve, 2-bokkige, 2-kleppige, puntige zaaddoos met 2, zelden 4, bultige zaden. Het omvat éénjarige Europésche kruiden met smalle bladeren en éénzijdige bioemaren.
Wij hebben in ons Vaderland akker-zwarikoorn (M. arvense L.) met kegelvormige, wijde aren, getand-borstelvormige, gekleurde schutblaadjes, ruwe kelktandjes en geslotene bloemkroon, — en geelbloemig zwarikoorn (M. vulgatum L.) met éénzijdige, zijdelingsche bloemen, geslotene bloemkroon, opgaande, eenigzins gekleurde kelkslippen en sterk vertakten stengel. Eerstgemelde soort vindt men in de graanvelden, vooral op den kleigrond, — en de volgende in menigte in de bosschen in Gelderland, Utrecht en Overijssel.