Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mechoacan

betekenis & definitie

Mechoacan of Michoacan, eene der westelijke provinciën van Mexico, in 1824 uit de voormalige intendancia Valladolid gevormd, grenst in het noorden aan Guanaxuato, in het oosten aan Mexico en Guerrero, in het zuiden aan Guerrero en de Zuidzee, in het westen aan Colima en Xalisco, en telt op 1255 geogr. mijl omstreeks 700000 inwoners. Zij is sedert 1864 verdeeld in de 3 departementen Mechoacan, Tancitaro en Coalcoman en behoort grootendeels tot de vruchtbare westelijke hellingen der bergvlakte van Anahuac. In het noorden en oosten verheft zich de bergvlakte tot nagenoeg 2000 Ned. el, maar draagt ook sneeuwtoppen, zooals de Siërra-Madra bij Anganguéo, die ter hoogte van ruim 3000 Ned. el verrijst. In eene effene landstreek, 15 geogr. mijl van de kust, ziet men den Jorullo (1300 Ned. el boven de oppervlakte der zee), een vulcanischen kegel, die er in den nacht van den 29sten September 1759 plotselijk ter hoogte van 350 Ned. el werd opgestuwd.

In het algemeen vindt men er vele vulcanische gesteenten. Lava en vulcanische asch bedekken er op vele plaatsen den grond, en uitgebrande kraters, sommige met water gevuld, behooren er niet tot de zeldzaamheden. Tot de rivieren behooren er de Rio-Balzas en de Lerma (Rio Grande), en men heeft er onderscheidene meren, onder anderen die van Patzcuaro, ter hoogte van 2000 Ned. el boven de oppervlakte der zee, met zijne 5 eilanden, vermaard wegens de bevallige natuurtafereelen van zijne oevers en wegens zijn overvloed van forellen. De grond van Mechoacan is in het algemeen zeer vruchtbaar, doch niet zoozeer in de noordelijke berggewesten (Tiërras frias) en in de zuidelijke, warme, ongezonde landen (Tiërras calientes), als in de gematigde streken (Tiërras templadas) van het binnenland. Deze laatsten hebben een zeer gezond klimaat bij eene aangename verscheidenheid van bevallige en digt bevolkte dalen. Maïs en tarwe zijn er de belangrijkste meelplanten, — voorts verbouwt men er groenten, aardappelen, manioc, amandelen en meloenen, hennep en vlas, katoen, suikerriet en indigo. De hellingen der bergen zijn er met fraaije bosschen bedekt. Men vindt er merkwaardige planten, bijv. de witte jalappe, alsmede onze Europésche huisdieren.

De wol uit Mechoacan wordt voor de fraaiste uit Mexico gehouden. Het rijk der delfstoffen levert er goud, zilver, koper, lood, ijzer en zout, doch men verzamelt er vooral zilver. De nijverheid, die er zich hoofdzakelijk bij mijnontginning bepaalt, is echter in den laatsten tijd aanmerkelijk afgenomen. Handel in graan, katoen, suiker, leder en metalen wordt uitsluitend met Mexico gedreven en door slechte wegen zeer bemoeijelijkt. Men heeft er geene havens en geene bevaarbare rivieren. De Indianen vervaardigen er fraaije voorwerpen van gekleurde vederen. Tot deze behoort het meerendeel der ingezetenen, in 3 stammen verdeeld. — Het land vormde bij de komst der Spanjaarden een Indiaansch koningrijk; zij veroverden het in 1524 onder Christoval de Olid en herschiepen het in de intendancia Valladolid. — De hoofdstad van het land en bepaaldelijk van het departement Mechoacan, tevens zetel van een bisschop, is Valladolid (Morelia). Ten westen van deze stad, aan den oever van het reeds vermelde meer, ligt Patzcuaro met regelmatige, breede straten, een nonnenklooster en 3 monnikenkloosters, eene hoogeschool en omstreeks 6000 inwoners.

< >