Onder dezen naam vermelden wij:
Johann Tobias Mayer, een beroemd sterrekundige. Hij werd geboren den 17den Februarij 1723 te Marbach in Würtemberg, legde zich met ijver toe op de wiskunde, was eenigen tijd werkzaam aan het landkaarten-instituut van Homann te Nürnberg en werd in 1751 hoogleeraar in de wiskunde te Göttingen, alwaar hij den 20sten Februarij 1762 overleed. Als sterrekundige behaalde hij grooten roem door zijne: „Theoria lunae juxta systema Newtonianum (1767)” en door zijne: „Tabulae motuum solis et lunae (1770)”. Daarenboven leverde hij voortreffelijke maankaarten en maakte zich verdienstelijk door verbetering der hoek-instrumenten, door de invoering van den repetitiecirkel, door eene theorie der straalbreking en der verduisteringen en door plaatsbepaling van vele vaste sterren. Zijne „Opera inedita” zijn in 1774 door Lichtenberg uitgegeven.
Julius Robert von Mayer, een uitstekend natuurkundige. Hij werd geboren te Heilbronn den 25sten November 1814, studeerde te Tübingen in de geneeskunde, oefende zich voorts te München en te Parijs, begaf zich als scheepsarts naar Batavia en vestigde zich in 1841 als geneesheer in zijne geboorteplaats. Hij was de eerste, die in eene verhandeling: „Bemerkungen über die Kräfte der unbelebten Natur (1842)” het begrip der aequivalentie van arbeid en warmte duidelijk uitsprak en het mechanisch aequivalent der warmte berekende. Dat denkbeeld heeft hij uitgewerkt in zijne latere geschriften, zooals: „Die organische Bewegung in ihrem Zusammenhang mit dem Stoffwechsel (1845),” — „Beiträge zur Dynamik des Himmels (1848),” — „Bemerkungen über das mechanische Aequivalent der Wärme (1851),” — „Naturwissenschaftliche Vorträge (1871),” — en „Die Torricelli’sche Leere und Uber Auslösung (1876)”. Zijne gezamenlijke geschriften zijn versehenen onder den titel: „Die Mechanik der Wärme (1867; 2de druk 1874)”. In 1876 is hij in den adelstand opgenomen.