Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Máthenes

betekenis & definitie

Máthenes of Máthenesse is de naam van een oud-Hollandsch adellijk geslacht, gevestigd op een kasteel van dien naam in de nabijheid van Schiedam. Sommige leden van dat geslacht bekleedden reeds in de eerste helft der 14de eeuw de ridderlijke waardigheid en namen deel aan de Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten. Johan van Máthenes, levende in de tweede helft der 16de eeuw, was een ijverig voorstander der vrijheid, werd in 1596 raad der Staten van Holland en overleed in 1602. — Adriaan van Máthenes, een zoon van den voorgaande, werd lid der ridderschap van Holland en hoogheemraad van Schieland. Ook was hij afgevaardigde naar de Staten-Generaal, en toen allen aldaar bij de tijding der gevangenneming van Oldenbarneveldt en anderen van schrik verstomden, riep hij uit: „Gij hebt ons hoofd en tong en hand ontnomen; wat kunt gij anders van ons verwachten dan stilte en verbazing!” Steeds onderscheidde hij zich door zijne gematigdheid.

Hij was curator der Leidsche Académie, maar verloor die betrekking, omdat hij tot de gevoelens der Remonstranten overhelde. Hugo de Groot, Barlaeus en Heinsius behoorden tot zijne vrienden. Hij overleed in 1621. — Johan van Máthenes, een zoon van den voorgaande, in 1596 geboren, was afgevaardigde naar den vredehandel te Munster en curator der Leidsche hoogeschool, en overleed in 1653.

< >