Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Marcion

betekenis & definitie

Marcion, de stichter van de secte der Marcionieten, eene gnostische partij van ascetisch-practische rigting, was de zoon van een bisschop van Sinope in Pontus. Wegens zijne kettersche gevoelens deed zijn vader hem in den ban, waarna hij zich tusschen de jaren 140 en 150 naar Rome begaf, zich aldaar verbond met Cerdon, een gnostisch wijsgeer uit Syrië, en een stelsel vormde, dat geheel en al in strijd was met de Joodsch-zinnelijke opvatting van het Christendom. Het Evangelie van Christus bestond naar zijne meening enkel in vrijwillige liefde tot het goede. Volgens hem had de Mozaïsche eeredienst met haar belooning en straf slechts het denkbeeld van wet en het Heidendom niets anders dan verderf kunnen voortbrengen.

Hij erkende zoowel een almagtigen en weldadigen God, als een regtvaardigen schepper der wereld (Demiurg), die uit de stof (hyle) de wereld had voortgebragt. Deze laatste koos het Israëlitische volk tot zijn eigendom, gaf daaraan de wet, maar strafte de menschen volgens zijne gestrenge regtvaardigheid met verdoemenis. Toen ontfermde zich de eerste, het weldadig Opperwezen, over het menschelijk geslacht en zond zijn zoon, Christus, op aarde, om Joden en Heidenen te redden en te verlossen. In een schijnligchaam trad Jezus te Capernaum op en verkondigde den liefderijken God, maar vond tegenstand bij den Demiurg, die toen de oorzaak werd der kruisiging. Deze echter, zoowel als Jezus' dood en opstanding, was enkel schijn. Het geloof in Christus en een heilig leven uit vrijwillige liefde schenken volgens hem aan den mensch de zaligheid, terwijl de ongeloovigen en goddeloozen onderworpen blijven aan de gestrenge regtvaardigheid van den Demiurg.

Om tot Christelijke volmaaktheid te komen, eischte Marcion een gestreng-ascetisch leven met gedurig vasten en onthouding van het huwelijk. Zijne aanhangers werden verdeeld in geloovigen en catechumenen. Volgens zijne denkbeelden omtrent het Jodendom verwierp hij het Oude Testament. Als gewijde geschriften erkende hij 10 gewijzigde brieven van Paulus en het gewijzigd evangelie van Lucas. Zijne verzameling van dergelijke geschriften is de oudste, van welke wij melding vinden gemaakt. Zijne volgelingen verspreidden zich in Syrië, Egypte, Palaestina enz. en bleven bestaan tot in de 6de eeuw.

< >