Manilius. Onder dezen naam vermelden wij:
Cajus Manilius, een vermaard Romeinsch volkstribuun. Hij was in 66 vóór Chr. de voorsteller van eene wet, volgens welke Pompejus als plaatsvervanger van Lucullus met het voortzetten van den oorlog tegen Mithridates belast werd, zoodat eerstgenoemde de regten verkreeg van een stadhouder met een onbeperkt gezag over het leger en de vloot. Die wet, door Cicero, die toen praetor was, in zijne redevoering „Pro lege Manilia” met kracht aanbevolen, werd in weerwil van den tegenstand der Patriciërs aangenomen, doch Manilius zelf na het nederleggen van zijn ambt wegens onwettige daden ter verantwoording geroepen en veroordeeld.
Marcus Manilius, een Romeinsch dichter, vermoedelijk uit den tijd van Augustus, en vervaardiger van een onvoltooid leerdicht: „Astronomica” in 5 boeken. Het handelt in eene vrij zuivere taal over den invloed der hemelligchamen op ’s menschen lot en bevat hier en daar dichterlijke tafereelen. Het stuk is na zijne eerste verschijning (1472) door Scaliger (Leiden, 1600), Bentley (1739) enz. in het licht gegeven.