Manche (La) noemt men gewoonlijk in Frankrijk het Kanaal (zie aldaar), hetwelk Frankrijk van Engeland scheidt. Daaraan heeft het departement La Manche zijn naam ontvangen, dat het schiereiland Cotentin (tot het voormalig Normandië behoorende) en het landschap Avranchin bevat, door de zee en de departementen Calvados, Urne, Mayenne en Ille Vilaine omgeven wordt, en op 107,67 ☐ geogr. mijl ruim 544000 zielen telt. Het is verdeeld in 6 arrondissementen St. Lö, Avranches, Cherbourg, Coutances, Mortain en Valognes, en heeft St.
Lö tot hoofdstad. Eene landtong vormt er de waterscheiding tusschen de bevaarbare riviertjes Vire en Douve in het oosten en Couesnon, Selune, Sienne en Aye in het westen. De kust heeft er eene lengte van 33 geogr. mijl en vormt de baaijen van Vauville, St. Germain, Fermanville en Gatteville met de haven van Cherbourg en strekt zich in kaap La Hogue het verst noordwestwaarts uit. Zij is met duinen, klippen en rotseilanden omzoomd. Het binnenland, eene golvende, van dalen doorsnedene vlakte, is gedeeltelijk zeer vruchtbaar, gedeeltelijk met wei- en hooiland, en eindelijk voor een gedeelte met zandige heidevelden, moerassen en veengronden bedekt. Men vindt er in den bodem weinig ertsen en nog minder brandstof, maar veel lei- en bouwsteen. Het klimaat is er zacht, en de myrt groeit er op het schiereiland Cotentin in de opene lucht.
Men oogst er veel appels en peren, maar geen wijn. Daarenboven verbouwt men er veel graan, oliehoudende gewassen en aardappels, terwijl men er zich tevens toelegt op de veeteelt. Men vervaardigt er voorts linnen, kant, lint, laken, wollen stoffen, parkement, handschoenen, glas, spiegels, aardewerk, leder enz. Ook bloeijen er scheepsbouw, reederij en visscherij, vooral van oesters, en men heeft er een aanzienlijken binnenlandschen handel. Behalve de hoofdstad St. Lô en de steden Cherbourg, Avranches en Coutances vermelden wij nog de versterkte zeestad Granville met 17000 inwoners, eene goede haven en veel handel.
