Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Manchester

betekenis & definitie

Manchester, eene aanzienlijke fabriekstad en een vereenigingspunt van spoorwegen in Engeland, tevens sedert 1848 de zetel van een Anglicaanschen bisschop, ligt bijna 43 geogr. mijl ten noordwesten van Londen en bijna 7 geogr. mijl ten oosten van Liverpool, in eene vlakte aan het Bridgewater-kanaal en op den linkeroever der bevaarbare Irwell, aan wier overzijde zich Salford verheft, door 8 bruggen met haar verbonden en alzoo eenigermate als hare voorstad te beschouwen. De kern der oudstad omgeeft de hoofdkerk, en hier bevinden zich ook de meeste openbare gebouwen. De stad is onregelmatig gebouwd, steeds in zwarten steenkolendamp gehuld en heeft een onvriendelijk voorkomen. Fraai zijn daarentegen de voorsteden, die nieuwe huizen bezitten met sierlijke tuinen; zij strekken zich naar alle kanten uit en geven aan de stad een omvang van 21/6de geogr. mijl.

De spoorwegen loopen er door de stad heen, en eene grootsche, in 1857 voltooide waterleiding voorziet er in de behoefte der bewoners. Riolen, straatverlichting, brandweer en policie zijn er in goede orde. De stad heeft 4 openbare parken, waar men de standbeelden vindt van Victoria en Albert. Onder de 137 kerken bevinden zich aldaar de Protestantsche hoofdkerk (in 1422 gesticht), een gebouw in spitsboogstijl met een rijk versierd koor, fraaije beeldhouwwerken en onderscheidene gedenkteekenen, en de R. Katholieke Kerk te Salford. Van de stedelijke gebouwen vermelden wij het schoone stadhuis, in 1825 gebouwd, met een achtkanten koepel en eene der prachtigste zalen van Europa, het beursgebouw met een portaal van Dorische zuilen, de Bank, de korenbeurs, het gebouw voor den vrijhandel, dat in 1856 geopend is en 7000 menschen bevatten kan, het groote hospitaal, op welks vóórplein zich de standbeelden van Wellington, Peel, Dalton en Watt verheffen, de gevangenis New-Bailey te Salford en de cellulaire gevangenis. Manchester is wel is waar eene fabriekstad, doch men heeft er tevens talrijke instellingen van onderwijs. In 1860 reeds waren er 318 scholen, eene school voor genees- en heelkunde, een seminarium voor Independenten, eene godgeleerde school der Wesleyanen, het Manchester-collège met 400 kweekelingen (in 1525—1525 door bisschop Hugh Oldham gesticht), Owen’s collége, door John Owen gegrondvest en in 1851 geopend, Chethams-collège, eene handelsschool, eene zeevaartschool enz. Men heeft er eene Koninklijke Instelling tot bevordering van Kunsten en Wetenschappen, onderscheidene belangrijke bibliotheken, 2 handwerksscholen, 3 lycéa en allerlei muséa en genootschappen voor wetenschap en voor vermaak, benevens verschillende instellingen van weldadigheid.

Manchester telde met Salford in 1876 ruim 496000 inwoners en zonder Salford 357000. Men vindt er meer dan 30000 Duitschers. De stad is het middelpunt der Engelsche katoennijverheid en bekleedt uit dat oogpunt den eersten rang onder alle steden der aarde. Zij levert alle soorten van katoenen stoffen. Daarenboven ontstonden in den laatsten tijd aldaar vele zijde- en sjaalfabrieken, kantfabrieken, katoendrukkerijen en verwerijen, ijzergieterijen, machinenfabrieken enz. De talrijke, door stoom gedrevene spinmachines brengen er millioenen spillen in beweging, en de uitgestrekte steenkolenmijnen uit den omtrek der stad leveren de daartoe noodige brandstof. De waarde der voortbrenging te Manchester en in den omtrek der stad wordt geraamd op een jaarlijksch bedrag van 70 tot 80 millioen pond sterling. Men heeft er 12 markten en daaronder eene met glas gedekte veemarkt, 1758 magazijnen en bijna 8000 winkels, van welke vele in sierlijkheid met die te Londen wedijveren.

De rijke kooplieden aldaar bezitten een aanzienlijk gedeelte der Engelsche spoorwegaandeelen. De stad is voorts de groote leerschool voor nijverheid en handel. De groothandel telt er meer dan 200 firma’s en wordt er door spoorwegen en kanalen ongemeen bevorderd. Niettemin heerscht er veel armoede en behoort zij tot de ongezondste steden van Groot-Brittanje, zooals de ongunstige cijfers der sterftelijsten aanwijzen. Er wordt intusschen veel gedaan om dit kwaad te verhelpen, terwijl het sombere voorkomen der stad door het bouwen van fraaije huizen in Italiaanschen stijl allengs vermindert. Tot de nieuwste openbare gebouwen behoort het prachtige geregtshof in spitsboogstijl, met 2 torens ter hoogte van 70 Ned. el, het nieuwe raadhuis en de in 1868 geopende Beurs. Ook heeft men er in 1867 twee standbeelden van Richard Cobden geplaatst.

Manchester, het Manucium der Romeinen, was in de 10de eeuw een dorp, waar koning Eduard een burgt stichtte. Reeds tegen het einde der 14de eeuw bezat deze plaats eene aanzienlijke nijverheid; er werden wollen en linnen stoffen vervaardigd. Onder Hendrik VIII was zij de hoofdstad van Lancashire, en in de 17de eeuw breidde er de nijverheid zich uit door de komst der Vlaamsche vlugtelingen. In 1759 telde zij slechts 20000 inwoners. Hare ontwikkeling is zij verschuldigd aan de katoennijverheid, welke er gebragt werd door werklieden uit het stadje Wigan, die uit laatstgenoemde plaats door den gildedwang waren verdreven. Het eerste stoomwerktuig ten behoeve der katoenspinnerij verrees er in 1789. De Amerikaansche burgeroorlog, waardoor de aanvoer van katoen aanmerkelijk verminderde, was voor Manchester een geweldige slag. Men is dien echter weldra te boven gekomen, daar van jaar tot jaar meer katoen uit Egypte en Indië is aangevoerd, zoodat tegenwoordig omstreeks 200 groote katoenmolens in Manchester en omstreken in werking zijn.

Ook in den Noord-Amerikaanschen Staat New Hampshire aan de Merrimack ligt eene bloeijende fabriekstad Manchester met ruim 23000 inwoners (1870).

Manchester noemt men eene fluweelachtige, uit katoenen draden gewevene stof, die min of meer op zijfluweel gelijkt. Men heeft gestreept, glad en gekeperd manchester van verschillende kleur. De fijnste soort draagt den naam van katoenfluweel. Het manchester wordt in Engeland vooral in de stad Manchester vervaardigd.

< >