Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Machine

betekenis & definitie

Machine (De) is op technisch gebied volgens sommigen eigenlijk de tegenhanger van het werktuig. Met dezen laatsten naam immers bestempelt men alle gereedschappen, waarvan de mensch zich tot het vervaardigen van technische voorwerpen bedient. Het werktuig vereischt alzoo de vaardige hand en den denkenden geest van den werkman.

De machine daarentegen is een kunstig zamenstel, dat, door eene mechanische kracht bewogen, zelf het technisch voorwerp vervaardigt, zoodat daarbij slechts eenig opzigt van menschen te pas komt. In de machine zijn de werktuigen, waarvan de werkman zich bedient, op eene hoogst vernuftige wijze geplaatst, zoodat daardoor de handenarbeid geheel of gedeeltelijk volbragt wordt. De machine werkt veel naauwkeuriger en veel sneller dan de hand van den werkman.

De wijze, waarop men in de laatste eeuw technische voorwerpen vervaardigde, heeft van zelf geleid tot de uitvinding van machines. Te voren werden alle deelen van eenig voorwerp door denzelfden werkman in gereedheid gebragt. Latere ondernemers riepen inrigtingen te voorschijn, waarin verdeeling van den arbeid regel werd. Het behoeft geen betoog, dat daardoor de deelen beter werden en alzoo ook het geheel. Op die wijze ontstonden fabrieken. Daar nu de vervaardiging der afzonlijke deelen slechts eene werktuigelijke vaardigheid vereischte, kwam men weldra op het denkbeeld om daartoe machines te bezigen. Allengs werden deze voorts zoodanig ingerigt, dat zij achtervolgens het werk volbragten van verschillende personen, en eindelijk kwam men zoo ver, dat men slechts de grondstof in of op de machine behoefde te brengen, om eerlang het begeerde voorwerp door de werking der machine te verkrijgen. Daardoor bespaarde men arbeidsloon en men verkreeg met grooter snelheid veel beter voortbrengselen.

Aanvankelijk vonden de machines afkeuring bij velen, die beweerden, dat daardoor de meeste werklieden beroofd zouden worden van hun bestaan, — ja, men wenschte zelfs, dat de regéring de invoering van machines zou verbieden. Het is waar, dat aanvankelijk bij het bezigen van machines vele arbeiders konden gemist worden, maar die ongelegenheid was van zeer korten duur. Immers daar de fabrieken door middel hunner machines de voorwerpen veel goedkooper konden leveren dan voorheen, werd de vraag naar die voorwerpen ontzettend vermeerderd. Er moesten dus telkens nieuwe fabrieken worden opgerigt, en daarin vonden de vroeger afgedankte werklieden een veel ruimer en aangenamer bestaan dan te voren. De ondervinding heeft geleerd, dat op die plaatsen, waar machines worden ingevoerd, de aanwezige werklieden weldra niet langer toereikend zijn, om de machines te besturen.

Vooral de katoenspinnerij in Engeland heeft daarvoor een overtuigend bewijs geleverd. Ook zijn er voorwerpen, die onmogelijk anders dan door machines kunnen gemaakt worden, terwijl tevens het vervaardigen der vereischte machines een bestaan verschaft aan duizenden. Eindelijk ontstaan juist door het uitvinden van machines dagelijks nieuwe takken van nijverheid, waarbij de medewerking van menschen vereischt wordt, terwijl men niet moet vergeten, dat juist de machines den werkman ontslagen hebben van zoodanigen arbeid, welke hem tot een bloot werktuig vernederde. De besturing der machine daarentegen vereischt nadenken, bekwaamheid en overleg en plaatst hem dus op hooger peil.

Vele machines zijn in Engeland uitgevonden en het eerst gebruikt. Daartoe heeft de afgezonderde ligging van dat land aanleiding gegeven. Omdat men de voortbrengselen van het buitenland alleen over zee bekomen kon, zocht men er zooveel mogelijk zelf in de bestaande behoeften te voorzien, en omdat voorts de marine, het leger en de landbouw veel volk in beslag namen, bleef er voor de nijverheid niet genoeg over. Men moest er alzoo zijne toevlugt nemen tot machines, die den handenarbeid vervingen, en men werd hierbij ondersteund door twee belangrijke voortbrengselen van den bodem, namelijk door ijzer en steenkolen. Daarom kwamen in Engeland de eerste stoommachines in gebruik, en men bragt hiermede velerlei werktuigen in verband, die met groote scherpzinnigheid en volharding verbeterd werden en ook meer en meer hun weg vonden naar het vaste land. Thans heeft men in Engeland, Duitschland, Frankrijk enz. technische scholen en nijverheidsscholen. De Brit onderscheidt zich daarbij door zijn practischen zin. Hij treedt eerst op als uitvinder eener machine, vervolgens zoekt en bepaalt hij hare theorie, en eindelijk past hij deze toe om zijne uitvinding te verbeteren.

In Frankrijk volgt men den omgekeerden weg. Sedert lang bloeijen er de technische scholen, waar de theorie der machines met groote ingenomenheid onderwezen en geleerd wordt, zoodat de kweekelingen dier scholen op grond hunner studie veel fraais en nuttigs hebben uitgevonden. De Franschen weten ook om die reden datgene, wat in Engeland op dit gebied aan het licht komt, op uitstekende wijze toe te passen en tot hoogeren trap van volmaking te brengen. Ook in Duitschland is het bezigen van machines en het vervaardigen van deze in de laatste jaren sterk toegenomen, waarbij de natuurlijke schatten van den bodem desgelijks groote diensten bewijzen. Noord-Amerika heeft met betrekking tot het bezigen van machines Engeland overvleugeld, omdat de dagloonen voor den handenarbeid er zeer hoog zijn. Ook in België heeft het aanwenden van machines eene groote uitbreiding verkregen, en men merkt eindelijk in ons Vaderland op, dat de stoom als beweegkracht er van jaar tot jaar meer op verschillende bedrijven wordt toegepast.