Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Luud

betekenis & definitie

Luud (Londinum Gothorum), eene der oudste steden van Skandinavië, in de provincie Schonen, in het zuiden van Zweden in eene vruchtbare vlakte gelegen, telt omstreeks 13000 inwoners en is de zetel van een bissehop en van eene universiteit. Reeds in 920 werd deze stad door eene bende Vikings (zeekoningen of zeeroovers) na dapperen tegenstand ingenomen en geplunderd. De naam, die woud beteekent, geeft te kennen, dat Lund van ouds een godsdienstig middelpunt voor geheel Schonen geweest is, en dat de provincie van dien naam als de kostelijkste van het Deensche rijk werd beschouwd, totdat zij aan Zweden ten deel viel. Na de invoering van het Christendom in Denemarken was de stad de zetel van een bisschop, die vervolgens (1104) zijn gezag uitstrekte over Denemarken, Zweden en Noorwegen.

Niet zelden was zij de zetel der Deensche koningen en de hoofdstad des rijks, zoodat zjj geruimen tijd schitterde als de grootste en rijkste stad van geheel Skandinavië. Men had er behalve den dom 22 parochiekerken en 7 rijke kloosters. In 1452 echter werd Lund door den Zweedschen koning Karei VIII KnuUson veroverd en verbrand; alleen de domkerk en het paleis van den aartsbisschop bleven verschoond. Hierdoor kwam de stad niet weinig in verval, inzonderheid toen voorts in 1536 het aartsbisdom opgeheven en het grootste gedeelte der kerkelijke goederen in beslag genomen werd. Kort daarna deed de Koning de kerken en kloosters af breken, zoodat van boven vermelde 22 thans geene enkele meer bestaat. Nadat Denemarken in 1658 de provinciën Schonen, Blekingen en Halland aan Zweden had afgestaan, stichtte de Zweedscheregéring er eene universiteit, wier kosten bestreden werden uit de inkomsten van het domkapittel en van de aloude domschool. Deze universiteit, die er veel toe bijdroeg, dat aldaar alle sporen van het Deenseh gezag werden weggewischt, is in onze eeuw met doelmatige gebouwen verrijkt; zij telt 30 hoogleeraren en ongeveer 500 studenten. Zij heeft eene boekerij met 100000 deelen en vele handschriften, een wél ingerigt zoölogisch muséum, een botanischen tuin, een observatorium, een scheikundig laboratorium, eene zaal voor ontleedkundige lessen, een ziekenhuis, een oudheid- en geschiedkundig muséum, een penningenkabinet en eene verzameling van natuurkundige instrumenten.

In 1830 ontstond er een Académisch genootschap, hetwelk veel goeds tot stand bragt en in 1851 zelfs een eigen gebouw deed verrijzen. Op het plein vóór dat gebouw prijkt een gedenkteeken ter eere van Esdias Tegnér, bij zijn leven een sieraad dezer universiteit. De domkerk, tegen het einde der 114e eeuw gesticht en in 1145 voltooid, is een merkwaardig monument van Christelijke bouwkunst in Skandinavië. Zij heeft door de vlammen en door onhandige herstelling veel geleden, maar is later in den oorspronkelijken stjjl weder in orde gebragt. Behalve de universiteit bezit Lund een zendelingsgesticht, eene druk bezochte domschool en eene kweekschool voor onderwijzers. Zy is door een spoorweg aan de eene zijde met Malmö en aan de andere met het binnenland van Schonen verbonden. In 1525 werden de boeren, welke voor den verdreven koning Christiaan II opkwamen, door de aanhangers van den Deenschen koning Frederik I in den slag bij Lund overwonnen, en in 1676 verhinderde hier eene bloedige zegepraal van den jeugdigen Zweedschen koning Korrel XI de Denen, om zich weêr meester te maken van de provinciën, die zij door den Vrede van Roeskilde hadden verloren. De daarop volgende vrede werd in 1679 te Lund gesloten, waar ook Karei XII zijn hoofdkwartier had sedert zijn terugkeer uit Turkije tot aan zijn togt naar Noorwegen.

< >