Ludewig (Johann Peter von), een Duitsch geschiedschrijver, geboren den 15
In 1703 werd hij te Halle hoogleeraar in de geschiedenis, in 1704 doctor in de regten en Koninklijk historiograaf, in 1705 professor in de regten, zag zich in 1719 in den adelstand opgenomen, en overleed als kanselier der universiteit den 74en September 1743. Van zijne geschriften vermelden wij: „Seriptores rerum Germanicarum (1718, 2 dln)”, — „Reliquiae manuscriptae omnis aevi diplomatum ae monumentorum ineditorum (1740— 1741, 12 dln)”, — „Geschichtschreiber des Bisthums Würzburg (1713)”, — „Opuscula miseellanea (1720, 2 dln)”, — en „Vita Justiniani (1731)”.