Long

betekenis & definitie

Long (Izaak le), een verdienstelijk geschied- en letterkundige, geboren den 19den April 1683, woonde geruimen tijd te Amsterdam, en vestigde zich in 1744 te Hanau, bij welke verhuizing zijne uitgebreide en hoogst belangrijke boekerij verkocht werd, en in 1760 te Frankfort aan de Main, waar hij echter weldra overleed. Hij leverde eene uitgave van den: „Spiegel-historiael of Rijmspiegel van L. van Velthem (1717)”, die echter in naauwkeurigheid veel te wenschen overlaat, — voorts: „Beschrijving der Reformatie van Amsterdam (1629)”, — „Boekzaal der Nederduitsche Bijbels (1732; 2de druk 1764)”, — „Kunst om geld te winnen”, — „Kort en net verhaal van den tegenwoordigen toestand en harde verdrukking der Christenen in ’t aartsbisdom Salzburg (1732)”, — „Gods wonderen met zijn volk (1738)”, — „Francfort en wisselresponsa enz. (1750, 2 dln)”, — „W. van Heyst, het Boek der Tijden in ’t kort of chronyk van de geheele wereld enz. (1753)”, — „Gods wonderen met zijne Kerken, een verhaal van de gemeente te Herrnhut enz. (2 dln)”, — „Kort historisch verhaal van den eersten oorsprong der Nederlandsche Kerk onder ’t Kruys enz. (1751)”, — „Zeer gewigtige getuigen der waarheid of nieuwe bewijzen van oude waarheden tegen ’t Pausdom enz. (1762)”, — „Register der boeken, uitgetrokken in de Boekzalen enz. (1716)”, — „Le Miroir de l’Espine, de koophandel van Amsterdam (1719, 2 dln en later)”, — „Het leven van den heldhaftigen Karel XII, koning der Zweden enz. (1721, 6 dln)”, — en „Frederik Adolf Lampe, de verborgenheid van het genadeverbond (1721, 4 dln).”