Loder (Ferdinand Christian von), een uitstekend geneeskundige, geboren te Riga in 1753, studeerde te Göttingen en werd vervolgens gewoon hoogleeraar in de geneeskunde te Jena, in 1792 geheim hofraad en lijfarts, des Hertogs, trad in 1803 als geheimraad en gewoon hoogleeraar te Halle in Pruissische dienst en stichtte hier een chirurgisch ziekenhuis. Toen aldaar in 1806 de universiteit tijdelijk opgeheven werd, was hij tot 1810 als privaatdocent werkzaam te Petersburg, waar hij door den Czaar tot staatsraad en lijfarts benoemd en door den Koning van Pruissen in den adelstand opgenomen werd. Hij vestigde zich voorts te Moskou, en toen het Fransche leger deze stad in 1812 bezette, maakte hij zich verdienstelijk door de oprigting van militaire hospitalen. In 1814 zag hij zich belast met het bestuur van het groote militaire hospitaal aldaar en hij bleef er aan het hoofd tot 1818.
Volgens zijn plan werd er eene anatomische gehoorzaal gebouwd, welke meer dan 100000 roebels kostte. Hij zag zich in 1831 bevorderd tot geheimraad en overleed in 1832. Van zijne werken noemen wij: „Anatomische Tafeln (1797—1803)”, — „Osteologie und Syndesmologie (1788; 2de druk 1800)”, — „Anfangsgründe der medicinischen Anthropologie und Staatsarzneikunde (1793)”, — en „Anfangsgründe der Chirurgie (1800)”. Ook was hij redacteur van het: „Journal für Chirurgie, Geburtshülfe und gerichtliche Medicin (1791—1806, 4 dln)”.
