Onder dezen naam vermelden wij:
Gilbert a Limborgh of Gelbert Fuchs, geboren te Limburg, een verdienstelijk geneeskundige. Hij vestigde zich omstreeks 1530 te Luik en werd later geneesheer van prins George van Oostenrijk, bisschop van Luik, en van diens opvolgers Robert van Bergen en Gerard van Groesbeeck. Hij wees het aanbod van Philippus van Savoye, die hem aan het Hof begeerde, alsmede het hoogleeraarsambt te Leuven van de hand, was tevens kanunnik van de collegiale kerk van St. Paulus te Luik, en overleed aldaar den 8sten Februarij 1567. Hij schreef: „Conciliatio Avicennae cum Hippocrate et Galeno (1541)”, — „Polybius, de salubri ratione victus, Latine versus et commentariis illustratus (1543)”, — en „De acidis fontibus Silvae Ardennae etc. (1559)”, ook in het Fransch vertaald.
Remacle Limborgh of Remacle Fuchs, desgelijks een verdienstelijk geneeskundige en een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te Luik, ontving onderwijs van de Broeders van het Gemeene Leven, oefende zich verder in Duitschland, kwam in 1533 uit den vreemde terug en zette zich neder te Luik, waar zijn broeder hem het kanunnikaat afstond. Hij overleed in hoogen ouderdom den 4den December 1587. Van zijne geschriften vermelden wij: „De plantis antehac ignotis etc. (1541 en later)”, — „Methodus curandi luem Veneream per ligni Guajaci decoctum (1541)”, — „Illustrium medicorum, qui superiori saeculo floruerunt ac scripserunt,vitae etc. (1542)”, — „Historia omnium aquarum, quae in communi sunt hodie practicantium usu (1422)”, — „De herbarum notitia, natura atque viribus etc. (1544)”, — en „Pharmacorum omnium, quae in communi sunt practicantium usu, tabulae decem (1569 en later).” Philippus van Limborgh, een verdienstelijk Remonstrantsch godgeleerde, geboren te Amsterdam den 19den Junij 1633. Hij studeerde eerst aldaar aan het athenaeum, vervolgens te Utrecht, zag zich in 1655 bevorderd tot proponent en werd in 1657 predikant te Gouda. In 1667 vertrok hij als zoodanig naar Amsterdam en werd er den 19den April 1668 door de Broederschap tot hoogleeraar gekozen; hij nam die betrekking op eene hoogst loffelijke wijze waar tot aan zijn overlijden op den 30sten April 1712.
Hij onderscheidde zich door een edel karakter en was tevens een uitmuntend beoefenaar der Kerkgeschiedenis, een voortreffelijk godgeleerde en een verstandig uitlegkundige. Reeds als proponent bezorgde hij de uitgave van leerredenen van Episcopius en van het tweede deel der „Opera” van dezen. Uit de papieren van laatstgenoemden godgeleerde (zijn oud-oom van moederszijde) verzamelde hij de: „Praestantium ac eruditorum virorum epistolae ecclesiasticae et theologicae etc. (1684, later vermeerderd uitgegeven)”, een belangrijk werk voor de vaderlandsche kerkgeschiedenis. Voorts schreef hij: „Korte wederlegging van 't boeksken onlangs uitgegeven bij Jacobus Sceperus enz. (1661)”, — „Lijkpredikatie over het zalig afsterven van de eerw. en zeer godvruchtigen d. Joannes Ouwens (1664)”, — Theologia Christiana, ad praxin pietatis ac promotionem pacis unice directa (1686 en later)”, een voortreffelijk werk, waarin de Remonstrantsche gevoelens der 17de eeuw duidelijk zijn uiteengezet, — „De veritate religionis Christianae etc. (1687 en later)”, — „Het leven van S. Episcopius gestelt voor XVII zijner predicatiën (1693)”,— „Historia Inquisitionis (1692)”, — „Welstervens leer voor zieken enz. (1700),” — en „Commentarius in acta Apostolorum et in epistolas ad Romanos et ad Hebraeos (1711)”, terwijl de bibliotheek der Remonstranten te Amsterdam nog eene menigte handschriften van hem bezit. — Zijn broeder Rem van Limborgh, geboren 26 Augustus 1625 en overleden den 31sten Maart 1685, was advocaat-fiscaal en procureur-generaal der domeinen van Holland. Van dezen regtsgeleerde zijn desgelijks nog vele handschriften aanwezig.
Frans van Limborgh, een verdienstelijk Nederlandsch regtsgeleerde. Hij werd geboren te ’s Gravenhage den 11den Junij 1679, promoveerde op eene: „Dissertatio de jure sepulturae et sepulchrorum (1702)” en werd advocaat-fiscaal van de rekenkamer der domeinen. Hij was een uitstekend geschied- en oudheidkundige, hield briefwisseling met de geleerdste mannen van zijn tijd, en overleed in 1765. Hij heeft eene groote menigte belangrijke handschriften nagelaten.
Hendrik van Limborgh, een Nederlandsch schilder. Hij werd geboren te ’s Gravenhage in 1680 en ontving eerst onderwijs van Brandon en Duval en later van den ridder van der Werff. Onderscheidene van zijne schilderijen worden met lof vermeld als goed van ordonnantie en uitvoerig gepenseeld. Ook schilderde hij 4 zinnebeeldige stukken voor de raadkamer van den Hoogen Raad van Holland en Zeeland. Voorts vervaardigde hij fraaije teekeningen, en in de bibliotheek van het Athenaeum te Amsterdam berust van hem eene briefwisseling met Lambert ten Kate over de proportie der menschelijke leden enz. Hij overleed in 1758 of 1759.